Wij worden geacht ons niet meer te bezondigen aan ‘Eurocentrisme’ – een denkwijze waarbij Europa een toonaangevende historisch-culturele rol wordt toegedicht ten koste van andere culturen. Maar de Chinese wijsheid ‘wie Europa bezit, bezit de wereld’ suggereert anders. Tot 1945 berustte Europa’s centrale plaats op (de uitstraling van) zijn wereldwijde imperia. Tegenwoordig ontleent Europa zijn centraliteit aan zijn strategisch gelegen, geavanceerde maar kwetsbare samenlevingen die het, meer dan andere continenten, voor externe grootmachten tot een interessant jachtgebied maken. Met zijn geopolitieke kwetsbaarheid sinds 1945 heeft Europa goed leren leven, gemakshalve de Amerikaanse veiligheidsgarantie incalculerend. Gaandeweg kon de geruststellende gedachte postvatten dat de veiligheid van ons continent redelijk afgeschermd kon worden van verdergelegen geopolitieke woelingen, met een gelukkige combinatie van politieke ontspanning met de Sovjet-Unie, economische vervlechting met Rusland, wapenbeheersingsakkoorden en de uitstraling van de EU als force for good (mensenrechten, democratie, ontwikkelingssamenwerking). Europa kon zich wentelen in een vreedzaamwelvarende niche, totdat Ruslands agressie tegen Oekraïne ons confronteerde met een verkrachting van de beschut gewaande veiligheidsorde. Intussen ontneemt een fixatie op ‘Oekraïne’ de Europeanen het zicht op twee andere ‘fronten’: alarmerende geopolitieke ontwikkelingen aan Europa’s zuidgrenzen én een veel zwaarder beroep op de Europese NAVO-leden bij de collectieve verdediging van hun continent. Om met het meest urgente front te beginnen: Oekraïne. Dit destabiliserende conflict kan nog op een existentiële bedreiging voor Europa/het Westen uitlopen vanwege paranoia en instabiliteit binnen het Kremlin. Momenteel kan het Westen niet anders dan ruime ondersteuning van de Oekraïense krijgsmacht laten prevaleren boven een militair geclausuleerde, diplomatiek-ingegeven benadering. Dan de verdergelegen theaters. Spectaculair én alarmerend is het domino-effect van West-Afrikaanse landen dat zich afkeert van het Westen. Met het afsluiten van defensieakkoorden en de brute inzet van de huurlingen van de Wagner Groep, bindt Rusland fragiele Sahellanden aan zich, en jaagt het op strategische grondstoffen. In dat immense gebied leggen democratie, mensenrechten en ontwikkeling het te vaak af tegen ‘anti-imperialistische’ militaire coupplegers. Uiteraard: overschat reikwijdte en duurzaamheid van Russisch en/of Chinees expansionisme niet. Maar buiten Europa wordt de door ons uitgedragen liberale internationale orde vaak met scepsis bezien of afgewezen. Rusland diplomatiek isoleren vanwege ‘Oekraïne’ is daar niet vanzelfsprekend. Zuid-Afrika etaleerde zijn pro Russische/Chinese sympathieën dit jaar tijdens een gezamenlijke marine-oefening met die landen. In de Indo-Pacific wordt China steeds assertiever – in 2017 nestelde de Chinese marine zich in het strategisch gelegen Djibouti. In Latijns-Amerika spelen Rusland en China in op de opkomst van linkse regeringen – China met massale financieel economische hulp en Rusland met wapenleveranties. In het Midden-Oosten treedt Iran op als anti-westerse neighbourhood bully, opportunistisch samenspannend met Rusland. Klimaat- gerelateerde sociaaleconomische ontreddering in (West-)Afrika en het Midden Oosten blijven een voedingsbodem voor jihadisme en migratie – soms georkestreerd om Europese samenlevingen te destabiliseren. Al deze ontwikkelingen dringen het Westen geostrategisch in het defensief. Om hier effectief weerwerk te leveren, samen met de wereldwijd actieve, overbelaste VS, zullen de Europeanen veel meer robuust én volgehouden out-ofarea moeten en willen optreden – daarmee de katers van ‘Irak’ en ‘Afghanistan’ overwinnend. Tenslotte de door NAVO bevolen herstructurering van de collectieve verdediging van het NAVO-grondgebied. Zal het New Force Model (NFM) van de NAVO van de grond komen? Zullen de Europese NAVObondgenoten – zíj moeten het NFM gaan dragen – hun defensiebegrotingen én militaire productie nog drastischer willen/kunnen opvoeren? En wel zó dat – bovenop expeditionaire capaciteitsopbouw – met name hun landstrijdkrachten de materiële en personele massa gaan kweken die, méér dan hightech, in een high-intensity Europese grondoorlog doorslaggevend blijkt?
Europa staart naar convergerende, elkaar versterkende ontwikkelingen – aanzwellende externe gevaren én de verlammende, potentieel fatale rekening van jarenlange defensiebezuinigingen. Deze perfect storm weerstaan zal een buitengewone maatschappelijke omslag vergen. En om te beginnen een overkoepelende, alsnog nagenoeg ontbrekende sense of urgency.
Marc Bentinck is oud-diplomaat. Tussen 1983 en 2010 diende hij in de multilaterale veiligheidsdiplomatie, op welk terrein hij tegenwoordig gastcolleges en -seminars geeft, in combinatie met internationale onderzoeksopdrachten.
Dit bericht verscheen eerder in de Militaire Courant van oktober 2023.

De rubriek ‘Mijn Functie’ is mede mogelijk
gemaakt door Noventas verzekeringen.