Geduldig wachtend op een volgend appèl, hangt hij nog altijd in mijn kledingkast. Mijn DT-jasje, onaangedaan, zoals ik hem de laatste keer droeg. Als ik het knaapje opzijschuif kijken de koperen medailles me aan. Zoals de vergeelde vakantiefoto’s van vroeger de geur van lavendel uit de Provence of de zilte zeelucht van de Méditerranée oproepen, activeren de gekleurde linten herinneringen van Cyprus of Afghanistan.
Ze triggeren een willekeurige waterval van verhalen, maar vooral van meer dan honderdvijftig namen en bijnamen die daaraan vastkleven. Anekdotes die wij (Norman, Edje, Davey, Margot, Atta, Karin, Larie, Henk, Boes, Guus, Miran, Hey, Rob, Delly, Hus, Theo, Mr Miyagi…) nooit zullen vergeten. Waarheden die met een paar biertjes op het Malieveld soms een beetje groeien als de vis die je nooit ving, maar even vaak is het andersom. Dan slank je de gebeurtenissen af, omdat je ze zelf soms nauwelijks kunt bevatten.
‘Ik hoop dat je dronken bent,’ belde ik op 14 september 2007 naar huis, ‘dat er ook nog normale dingen gebeuren op de wereld.’
Annelies voelt dat er iets aan de hand is. Zoals de kogels, mortiergranaten en antitankraketten ons driekwartier lang om de oren vlogen, vuurt zij nu in paniek haar vragen op me af. Ik heb wel antwoorden, maar wil ze nog niet geven en gooi de telefoon erop.
Toen de Apache-helikopters eindelijk boven onze hoofden hingen, waren we inmiddels bijna volledig omsingeld. Zat de Taliban voor mij in het maisveld op nog geen vijfentwintig meter afstand. Elke kogel die je daar hoort, is er eentje die je heeft gemist. Soms zo dichtbij dat ik hem kon voelen. Een zacht briesje van iemand die liefdevol langs je wang blaast.
Onze harten pompten als een bezetene en toch waren we rustig. We deden wat we moesten doen, wat we geleerd hadden en lieten ons niet afleiden door het opspattende grind of de explosies.
‘Nee, u niet!’ beet Roeppe me toe om vervolgens zelf naar de plek te sprinten waar onze flank inmiddels openligt. Naast me krabbelt DJ, die net over het muurtje geklommen is dat nog enigszins dekking biedt, weer op en begint te vuren.
Vijfenveertig minuten van onze levens waar filmscenario’s of boeken vol over te schrijven zijn, waar we uren over kunnen praten. Tegelijkertijd is het een herinnering die rustig opgeborgen in mijn kast mag blijven hangen en samengevat achter die medaille en in een die ene enkele zin:
‘Nooit voelde ik me zo in leven als de dag dat ik dacht dat ik dood zou gaan.’
Dit bericht verscheen eerder in de Militaire Courant van juni 2023.

De Militaire Courant is mede mogelijk gemaakt door Noventas verzekeringen