
Het gaat niet goed met ons. Wie in Nederland niet gevaccineerd is, wordt uitgesloten en opgesloten. Vastgehouden in quarantaine-concentratiekampen, is er een dapper groepje mensen dat in deze barre tijden de straat op durft. Gehuld in comfortabele vrijetijdskleding en een zonnebril volg ik een optocht van trots lachende mensen. Achter spandoeken waar leuzen als ‘Wir haben es nicht gewußt – Yeah right!’ en ‘Wie wordt de nieuwe Anne Frank?’ springen vooral de jodensterren op hun T-shirt in het oog.
De demonstratie voor onze grondrechten in het hart van Rotterdam is voor mij een wake-up call. Deze mensen doen mij beseffen dat wij hier door een virus aan zulke gruwelijke ontberingen blootgesteld worden, dat de situatie op het vliegveld van Kabul in Afghanistan daarbij verbleekt.
Natuurlijk is het erg dat de levens van de tolken en andere Afghanen die voor ons werkten bedreigd worden. Dat de boerka sinds enkele weken weer in de mode en uitverkocht is. Dat mensen in groten getale en paniek naar het laatste stukje Afghanistan dat nog in handen van de NAVO is reizen om te kunnen ontsnappen aan de toekomst die daar voor ze ligt. Dat wanhopige ouders hun kinderen in de handen van militairen duwen in de hoop dat ze hier bij ons een bestaan kunnen opbouwen.
Je kunt het die mensen niet verwijten dat ze niet weten hoe slecht het met ons gaat. Op het journaal van het door de Taliban overgenomen Afghanistan verschijnt er geen nieuws over het Regime waar het duo Rutte en De Jonge, de Führer en Mengele van het huidige millennium, ons aan onderwerpen.
Hoe vreselijk de situatie waar wij Nederlanders in verkeren is, werd de Afghaanse vluchtelingen in de Harskamp al snel duidelijk. Met kratten bier in hun hand en onder begeleiding van harde techno, marcheerde een grote groep fighting aged man richting de kazerne. Er werden vuurpijlen afgeschoten en een auto in de fik gestoken omdat Auschwitz was heropend.
‘Er is geen vaccin tegen mensen van wie de mening sterker ontwikkeld is dan het verstand,’ twitterde ik hoofdschuddend en overwoog om de volgende morgen als inwoner van Zeist naar het opvangcentrum voor de Afghanen te gaan. Niet dat ik de illusie heb dat ik daar de sergeant Salim, de kapitein Chavet of onze tolk Omari terug zal vinden, maar gewoon omdat ik iets wilde doen. Omdat ik weet dat je soms meer dankbaarheid ontvangt van de mensen die niets hebben te geven, dan van de mensen die het aan werkelijk niets ontbreekt.
Niels Roelen
Elke editie van de Militaire Courant schrijft Niels Roelen een verhaal bij een foto uit de actualiteit.
Deze column verscheen eerder in de Militaire Courant, editie september 2021.