
Op 5 november jl. moest Duitsland twee vrijwel simultane schrokken incasseren – de ene van binnenlandse en de andere van buitenlandse aard. Eén: geplaagd door principiële onenigheid over de aanpak van Duitslands stagnerende economie, viel de regeringscoalitie in Berlijn. Twee: de winnaar van de Amerikaanse presidentsverkiezingen werd Donald Trump: uitgesproken slecht nieuws voor Duitsland, dat een van Trumps bêtes noires was tijdens zijn eerste presidentschap. Trump zette Duitsland toen in de hoek, omdat het binnen de NAVO zich aan freerider gedrag overgaf en de VS ‘oneerlijke economische concurrentie aandeed’. Dat Trump en toenmalig bondskanselier Angela Merkel elkaar niet konden uitstaan hielp niet. Nu helpt het evenmin dat in Berlijn de regering is gevallen terwijl Duitsland – meer dan andere Europese landen – economisch maar zeker ook psychologisch geraakt dreigt te worden door Trumps aangekondigde, hardhandige reset van de transatlantische relatie. Méér dan de Frans-Duitse as en méér dan de EU, boden haar hechte betrekkingen met de VS de Bondsrepubliek 75 jaar lang haar ultieme comfort zone. Het wegvallen van die veiligheid biedende relatie zou Duitsland, nog altijd door zijn geschiedenis getekend, van een existentieel anker kunnen beroven.
Vanaf 1949 kon Duitsland zich aan zijn Wirtschaftswunder wijden in de wetenschap dat zijn veiligheid en welvaart verankerd lagen in de NAVO en andere hechte westerse en Europese samenwerkingsverbanden – dit alles onder welwillend Amerikaans beschermheerschap. West-Duitslands Westbindung had als militaire component de oprichting van de Bundeswehr. Duitse troepen, veelal geleid door (onder)officieren met waardevolle Ostfront-ervaring, waren immers onontbeerlijk voor het kunnen opvangen van een massale tankaanval van het Rode Leger op NAVO-grondgebied – in casu het toenmalige West-Duitsland. Overigens, uit voorzorg tegen eventueel ‘Duits revanchisme’ stond de destijds getalsmatig sterke (500.000) Bundeswehr onder toezicht van de NAVO en de toenmalige West-Europese Unie. Ironisch genoeg leefde het Pruisisch militarisme nog wél enigszins voort in de communistische Nationale Volksarmee van de Duitse Democratische Republiek.
Zo was het dus de gelukkige combinatie van Amerikaanse militaire bescherming en Amerikaanse grootschalige economische hulp die, na de verschrikkingen van het Derde Rijk, in West-Duitsland een florerende, bij uitstek ‘civiele’ samenleving mogelijk maakte. En die diep-civiele inslag werd eerder sterker dan zwakker, óók nadat de Bondsrepubliek internationaal zelfbewuster kon gaan optreden – te beginnen met Willy Brandt’s Ostpolitik en eindigend met een herenigd Duitsland dat in 1991 van de voormalige bezettingsmachten (VS, VK, Sovjet-Unie, Frankrijk) zijn volledige soevereiniteit terugkreeg (‘2+4 verdrag’). Dat Duitsland in ruil voor dat laatste een drastische reductie van de Bundeswehr moest accepteren (van 500.000 naar 370.000 man), deerde de Duitsers niet. Integendeel zelfs: ‘het militaire’ werd door de overgrote meerderheid toch vooral als een last ervaren. En nu de Koude Oorlog voorbij was, moest het consumeren van de vredesdividend hoe dan ook zo weinig mogelijk in de weg staan. Verdere reducties van de Bundeswehr volgden dan ook, tot een niveau van 265.000 man in 2023. Tegen de tijd dat Rusland Oekraïne binnenviel worstelde de Bundeswehr met binnenlands-politieke onverschilligheid; ernstige munitie- en materieeltekorten als gevolg van structurele onder-financiering; achterhaalde structuren; en beperkte inzetbaarheid bij crisisbeheersing out-of-area als gevolg van historisch ingegeven (grond)wettelijke en politieke voorbehouden. Of de plotselinge opvoering van Duitslands defensie-inspanning in reactie op de Russische invasie van Oekraïne het land zal verlossen uit zijn militaire lamlendigheid, is vooralsnog onzeker. De verzekering dat Duitsland voortaan meer dan 2% van zijn bnp aan defensie zal uitgeven, berust op een onmiddellijke injectie van 100 miljard euro voor de modernisering van de Bundeswehr. Deze injectie zal na 2027 zijn uitgewerkt, waarna bij ongewijzigd beleid de structurele onder-financiering van de Bundeswehr zich opnieuw zal gaan wreken.
Volgend op de naar februari 2025 vervroegde Bondsdagverkiezingen, lijken de onderhandelingen over een nieuwe regeringscoalitie omgeven door onzekerheden. Zullen de pacifistisch-neutralistische (anti-NAVO, pro-Russisch) partijen vanuit de oostelijke deelstaten weten door te breken naar landelijk niveau? Zal Berlijn de schade van een killere relatie met Washington onder Trump 2.0 weten te beperken? Niet geheel toevallig: dadelijk na bekendwording van de terugkeer van Trump, kondigde Duitsland aan dat de in 2011 opgeschorte militaire dienstplicht in 2025 in gewijzigde vorm zou worden gereactiveerd. Hoe dan ook, Duitslands vertrouwde Westbindung zal intern en extern op de proef worden gesteld. Dáárin zou wel eens Duitslands hoogsteigen Zeitenwende kunnen liggen – uiteraard met directe relevantie voor de rest van Europa…

Dit bericht verscheen eerder in de Militaire Courant editie december 2024.
Dit bericht is mede mogelijk gemaakt door Noventas.
