Boswijk wilde eigenlijk beroepsmilitair worden en dienen bij de genie. Maar het lot bepaalde anders. ‘Toen ik mij na de middelbare school aanmeldde, maakte ik geen kans meer. Toen ben ik maar bouwkunde gaan studeren. Toch ben ik later ingestroomd als reserve-officier. Ik ben dat nog steeds.’
Boswijk heeft een duidelijke mening over de plannen en behoeften van Defensie zoals die door de nieuwe regering gaan worden ingevuld. ‘De coalitie heeft in het Hoofdlijnenakkoord veel zaken op het gebied van Defensie doorzet. Ik was daar eerst wat ongerust over. Ik vind dat Defensie toch wel 2% van de begroting moet hebben. Voor de rest vind ik er weinig visie in, ik zie vooral korte-termijnoplossingen. Je kunt wel zeggen: dit zijn de hoofdlijnen, daarna moet de kamer het verder invullen, maar we staan voor enorm grote opgaven. En wat is de kern van bestaanszekerheid? Dat burgers voldoende geld hebben om te leven, of gaat het om veiligheid, dat er niet bommen op je dak vallen?’
‘Toch staan daarover in het akkoord wel goede punten. We hebben nu het plan “Ruimte voor Defensie”: we gaan meer vliegen met F-35’s, doen meer met munitie en zullen meer militair optreden in de civiele omgeving. Daar krijg je dan 2200 bezwaren op: we willen allemaal wel meer veiligheid, maar geen Defensie bij ons in de buurt. Als je mensen dat door de strot douwt, maak je wel snelheid, maar lever je in op de legitimiteit van de krijgsmacht. Dus we moeten niet alle regeltjes overboord gooien. Toch gaan mensen meer overlast krijgen om ons land veilig te houden. Zo moet er ergens een radar geplaatst worden, en men is bang voor de straling. Ik heb geluisterd naar die bezwaren en e zijn bijgepraat door specialisten. Dan zeg ik als volksvertegenwoordiger toch: helaas, maar die radar moet er komen.’
Wat vond jij ervan dat de Fransen het contract voor de nieuwe onderzeeboten gekregen hebben?
‘Let op: dat is een voorlopig besluit, de Tweede Kamer moet er nog een klap op geven. Ik vind belangrijk: is de bemanning er tevreden mee? Dat zijn ze. Dan de levertijd: we moeten voorkomen dat er gat komt tussen het uit de vaart nemen van de oude en in de vaart nemen van de nieuwe. Tot slot: er moet ook werk komen bij de Nederlandse industrie. Op alle drie die onderdelen is echt wel voldoende ingegaan. Maar het werd door sommigen geframed alsof we alles weggeven aan de Fransen. Er is gewoon geen Nederlands bedrijf dat onderzeeboten zou kunnen bouwen. Het is goed dat Nederlandse bedrijven zijn aangehaakt, maar ze kunnen niet alles zelf.’
Wil je de podcast met Derk Podcast beluisteren? Ga dan naar Spotify!
Dit artikel verscheen eerder in de Militaire Courant editie juni 2024.
Dit artikel wordt mede mogelijk gemaakt door Noventas.
