Ze zijn de Rode Baretten van Nederland: 11 Luchtmobiele Brigade wordt in vijandelijk gebied gedropt om daar het gevecht aan te gaan. Dat vraagt om een bijzonder soort militair, zegt de commandant van 11 Luchtmobiele Brigade, brigadegeneraal Frank Grandia. “Je moet toch een beetje gek zijn om met je volle verstand per parachute uit een vliegtuig te springen.”

ER-20250221-082

Grandia begon zijn militaire carrière in 1992 als dienstplichtige. “Ik werd in die tijd twee keer uitgezonden: naar Bosnië en een keer naar Kosovo. In 2002 kwam ik bij de Luchtmobiele Brigade terecht, een jaar daarna ontving ik, na een intensieve opleiding, mijn rode baret. Ik ben daarna meerdere malen uitgezonden naar Irak en Afghanistan. In Afghanistan waren wij met 12 infanteriebataljon Regiment van Heutsz onderdeel van Battlegroup 8. We hadden als team echt een hoog operationeel tempo. Ik heb daar enerzijds operationele successen beleefd, anderzijds zijn er helaas ook collega’s gewond geraakt en overleden.”
De kern van de gevechtskracht van 11 Luchtmobiele Brigade zijn de gevechtsmilitairen van de 11 Infanteriebataljon Garderegiment Grenadiers en Jagers, 12 Infanteriebataljon Regiment van Heutsz en 13 Infanteriebataljon Regiment Stoottroepen Prins Bernhard. “Waarbij 11 en 13 echte ‘Air Assault’ bataljons zijn, terwijl het 12e ongeveer een jaar geleden is getransformeerd naar een zogeheten ‘Ranger’ bataljon, uitgerust voor speciale operaties”, vertelt Grandia. “Dit bataljon werkt intensief samen met het Korps Commandotroepen (KCT).”

‘Pathfinders worden gemiddeld zo’n 48 tot 72 uur van tevoren voor een operatie ingezet’

De samenwerking tussen 11 Luchtmobiele Brigade en het KCT begint al tijdens de opleiding. Die start met tien weken universele basistraining, gevolgd door de luchtmobiele functieopleiding (LFO) samen met de aspirant-commando’s. Dat betekent dat zowel de militairen bestemd voor luchtmobiele brigade alsook voor het KCT hier hun rode baret halen. Afhankelijk van je eindbestemming ga je dan door naar Roosendaal voor de opleiding tot commando, of volg je hier je specifieke vakinhoudelijke opleiding voor de Luchtmobiele Brigade.
Ter ondersteuning van de infanteriebataljons beschikt 11 Luchtmobiele Brigade over volledig geïntegreerde vuursteuncapaciteit, luchtverdedigingscapaciteit, een geniecompagnie, geneeskundige compagnie, bevoorradingscompagnie en herstelcompagnie.
Daarnaast beschikt de brigade over unieke specialisten. Zo verzamelt 11 Brigade Verkenningseskadron voor de troepen uit belangrijke informatie vanuit een operatiegebied en zijn binnen de brigade de zogeheten ‘Pathfinders’ actief.
Zij zijn onder alle omstandigheden in staat om voor de brigade landingsplekken te verkennen en landingen te faciliteren – vaak onder omstandigheden waar de kans op contact met de vijand groot is. Ze worden gemiddeld zo’n 48 tot 72 uur voor een operatie ingezet. Dat betekent dat ze in deze tijd moeten overleven, niet gezien moeten worden en hun werk moeten doen. Ze zijn hoog specifiek in hun kennis maar ook in hun fysieke en mentale gesteldheid. En dat maakt ze nationaal en internationaal gezien zeldzaam. Tot slot krijgen we ondersteuning van zevenhonderd militairen van 20 Infanteriebataljon Bewaken Beveiligen van de Nationale Reserve dat zich richt op nationale taken.

DSC00136 1

De rode baret is het internationale herkenningsteken voor luchtlandingseenheden, vertelt Grandia. “Daarnaast: in deze omgeving werd in de Tweede Wereldoorlog operatie Market Garden uitgevoerd, de Britse Airborne troepen droegen ook een rode baret. In onze opleiding leggen we verbinding met de historische achtergronden van onze manier van optreden, om onze nieuwe collega’s bewuster te maken van ons unieke werk. De kern van onze inzet is vechten, vanaf het moment dat je landt omringd door de vijand. En dan is de grootste kracht die je hebt, de man of vrouw naast je. Je moet bereid zijn om alles te geven voor die persoon. Daarnaast moet je ook onafhankelijk kunnen opereren. Op deze twee waarden is onze opleiding gebouwd.

“Veel mensen die bij de luchtmobiele brigade willen dienen kiezen, zeker op jonge leeftijd, voor avontuur en uitdaging. Ze beginnen soms dus een beetje lichtzinnig aan zo’n avontuur. Maar dat verandert wel gaandeweg de opleiding.”

De Luchtmobiele Brigade werd in 1992 opgericht als een soort voortvloeisel van de Koude Oorlog, vertelt Grandia. “Het was bedoeld om het zogeheten tweede echelon van de Sovjet-Unie aan te grijpen, de eenheid die de voorste troepen moeten versterkt. Maar toen de brigade tot opstand kwam, viel de Berlijnse muur en was de Koude Oorlog voorbij. Toch bewijst de brigade nog steeds zijn nut. Op dit moment bereiden we ons voor op een missie in Bosnië. Daarnaast zijn we aanwezig in Irak en hebben we mensen in Curaçao.”

Altijd voorbereid
Intussen loopt de spanning in wereld fors op. Welke rol speelt 11 Luchtmobiele Brigade in het veilig houden van Nederland?
“Dat doe je als Nederland niet alleen, maar als NAVO. Maar we komen wel van een tijd waarin we krap bij kas zaten. Deze achterstand zijn we nu aan het inlopen.
Gelukkig hebben we nog een aantal mensen kunnen behouden die zich tijdens de Koude Oorlog verdiept hadden in hoe Rusland zich organiseert en bewapent. Die kennis gebruiken we nu om te oefenen: zij helpen ons de dreiging van Rusland goed in te schatten, al blijft het lastig om daar een actuele duiding aan te geven.
Maar we bereiden ons altijd voor met de intentie om morgen ingezet te kunnen worden. Wie bij de Luchtmobiele Brigade dienen, zijn over het algemeen speciale mensen, vind ik. Het vraagt om een bepaald soort militair, die in onze opleiding wordt gevormd en geselecteerd op specifieke kernwaarden. Je moet ook wel een klein beetje gek zijn om met je volle verstand uit een werkend vliegtuig te springen, zeker terwijl je weet dat beneden de vijand aanwezig is. Maar de gehardheid en de wil om te vechten worden er met de paplepel ingegoten.”

DSC00268 1

Dit artikel verscheen eerder in de Militaire Courant editie april 2025.

Dit artikel werd mede mogelijk gemaakt door Noventas.

Noventas-logo-300x50

Altijd op de hoogte blijven?