Na series als Mocro Maffia, Het Gouden Uur en Hoogvliegers hebben producent Errol Nayci en regisseur Bobby Boermans nu de actiefilm Invasie gemaakt. In die film worden Curaçao en Aruba aangevallen door een dictatoriaal buurland. Wanneer het conflict in snel tempo escaleert, moeten drie jonge mariniers het verschil zien te maken. Wij spraken met producent Errol Nayci en luitenant-kolonel der mariniers Eric Piwek, die het filmteam ondersteunde.
Nayci is al van jongs af aan filmgek, zegt hij: ‘Als mijn moeder en zus weer eens gingen winkelen, dan stalden ze mij in de bioscoop en werd ik bevangen door de magie van cinema. Maar toen ik 12-13 jaar oud was, besefte ik dat je die films ook kon máken. Ik ben opgegroeid in de buurt van de vliegbasis Soesterberg en vond het machtig mooi om die vliegtuigen te zien. Na de Nederlandse Filmacademie ben ik als producent aan de slag gegaan. Ik heb eerder met regisseur Bobby Boermans de serie Hoogvliegers gemaakt, in samenwerking met de Luchtmacht. Dat was zo'n geweldige ervaring dat we erna ook met de andere krijgsmachtdelen verhalen wilden vertellen.
Tijdens onze research stuitten we op een krantenbericht uit 2014 over een diplomatiek conflict tussen Nederland en Venezuela. Daaruit ontstond het idee: wat als we daardoor in een soort Falklandachtige situatie zouden belanden? Een actiefilm als deze kun je eigenlijk niet zonder de medewerking van Defensie maken. Want het genre van actiethriller staat of valt met geloofwaardigheid. Bobby Boermans heeft bewezen dat hij een beeldtaal kan spreken die aantrekkelijk is voor jongeren. Maar de assets: de film Invasie is echt tot stand gekomen in samenwerking met Defensie, na persoonlijk akkoord van de toenmalige minister.’
Projectteam
Vanuit de marine was luitenant-kolonel Eric Piwek verantwoordelijk voor de teams die de filmcrew ondersteunden. Piwek werd op zijn 23e pelotonscommandant, steeg in de rangen en werd uitgezonden naar Irak, Afghanistan en Mali. In 2022, toen de film op Curaçao, Aruba en Saba opgenomen werd, was hij hoofd van het Maritiem Hoofdkwartier in het Caribisch gebied.
‘We hebben voor elk eiland een support team opgezet, waarboven een overkoepelend projectteam stond waarvan ik de projectleider was. Daarvoor heb ik wel wat extra meters moeten maken. We moesten het filmteam zo goed als mogelijk helpen met voorzieningen, advies, materieel en lokale bemiddeling, zònder dat dat ten koste ging van onze eigen gereedstelling en operationele taken. We konden natuurlijk niet het stationsschip van zijn counterdrugsoperaties halen voor een filmopname, maar we maakten gebruik van lacunes en synergie. Dus als er toch een schip met spullen naar Aruba ging, dan namen we de spullen van het filmteam mee.
Ons projectteam van circa zeven mensen nam met de filmcrew de planning door: wanneer zijn de draaidagen en waar, welke eenheden zijn erbij betrokken, welk materieel is er nodig? We leverden onder andere een schip, mariniers, snelle kleine interceptievaartuigen en een onderzeeboot. Met dat projectteam zijn alle draaidagen op
Curaçao ondersteund. Daarnaast was er een apart team op Aruba waar de opnames op de kazerne Savaneta werden gemaakt. Tot slot is een klein deel van het projectteam naar Saba gegaan voor opnames op Mount Scenery. Het was wel wat harder lopen voor ons,
maar zeker de moeite waard en ook een hele leuke ervaring.’
Op schema
Hoe verliep die samenwerking met de filmwereld?
‘Het verliep gestructureerd, iedere dag werd goed afgestemd. De filmploeg sliep op Curaçao en Aruba bij ons op de kazerne, en paste zich aan aan het ritme van het gedisciplineerde militaire leven, maar zij wisten dat ook te waarderen. De opnameleider zei later: “Het is ons nog nooit eerder gelukt om alle opnames op schema af te hebben.” We stonden ook stand-by voor militair advies. De acteurs hadden in Nederland al een basistraining van collega's gehad, maar zij bleven heel leergierig, en wilden continu weten hoe zij iets het beste volgens onze skills en drills in beeld konden brengen. En ze wilden ook weten hoe wij met elkaar praten – want dat is anders dan hoe burgers met elkaar praten.’
Belang
‘Er is nog nooit eerder een speelfilm van deze omvang, op deze manier in Caribisch Nederland gemaakt’, zegt Nayci. ‘Dat alleen al – en de enorme diversiteit in de cast. Ik denk dat Invasie ook voor internationaal publiek interessant zou kunnen zijn. Het vijandige buurland moest fictief zijn maar dat staat de geloofwaardigheid niet in de weg, want het hele verhaal is pure fictie. Verder heeft de Marine ons volledige redactionele onafhankelijkheid gegund. We maken ook geen politieke film of een documentaire: het is een actiefilm. We werken samen om het allemaal zo realistisch mogelijk te maken. Dankzij de Marine kunnen we actiescenes maken met assets waar we anders nooit toegang toe zouden hebben, zoals schepen, locaties en manschappen. Een vereiste van de Marine was wel om het gebruik van hun assets en manschappen binnen hun bestaande oefenpatronen in te passen.’
Ook de Marine had een belang om aan de film mee te werken, zegt Piwek: ‘Het geeft ons de kans om burgers een kijkje in onze keuken te bieden – meer concreet: hoe de Marine opereert in het Caribisch gebied. Dat helpt met ons imago en onze bekendheid. We hopen dat jonge mensen dit zien en enthousiast worden over het werk dat wij doen.’
Ander publiek
‘Nederlanders doen soms schamper over Defensie’, zegt Nayci. ‘Als er een straaljager overvliegt, dan gaan we bellen om te klagen. Dat vond en vind ik volkomen onterecht. Ik heb Defensie ook leren kennen als een ontzettend mooi bedrijf met toegewijde mensen. Maar ik heb ook gezien hoe moeilijk het is om dat allemaal draaiende te houden, en Defensie komt duizenden mensen tekort. Defensie heeft echt wel door dat er inmiddels andere manieren zijn om die doelgroep te bereiken. Zij krijgen via deze film toegang tot een publiek dat ze anders niet zo makkelijk kunnen bereiken. Ik weet wel dat Hoogvliegers heeft geleid tot aantoonbaar meer aanmeldingen. Voor mijzelf en Bobby is het belangrijk dat Defensie happy is met het eindresultaat. Want ik wil dit soort samenwerkingen voortzetten, juist ook voor het jonge publiek waar we dit voor maken. Ik wil dat als ze de bioscoop uitgaan niet alleen denken: “wat een toffe film was dat”, maar ook: “daar zou ik meer over willen weten”. De eerste reacties op de trailer zijn goed, het trendt op social media. En distributiemaatschappij StudioCanal heeft al een aantal internationale verkoopdeals kunnen sluiten.’
Highlights
Een highlight is ongetwijfeld het vuurgevecht op de marinierskazerne Savaneta. Het team
op Aruba heeft er veel energie ingestoken om dat zo waarheidsgetrouw mogelijk te maken. En er zijn denk ik ook mooie scenes op Saba, van parachutistensprongen tot de afdaling van de Tafelberg. Wat ik mooi vind dat een filmteam, dat is samengesteld uit allemaal zelfstandige mensen, zo bij elkaar komt en enthousiast samensmelt tot een team. Ik ben heel benieuwd naar het resultaat. Wat ik in de trailer heb gezien, ziet er al erg goed uit. En ik figureer nog als Amerikaanse veiligheidsagent. Maar mijn kinderen denken echt niet dat ik nou bij de film zit, hoor!
Invasie is in de Nederlandse bioscopen te zien vanaf donderdag 11 april.
Dit artikel verscheen eerder in de Militaire Courant editie maart 2024.
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door Noventas.


