Een groot deel van het Nederlandse leger is betrokken geweest bij grootscheepse oefeningen om de eigen capaciteit te testen, met name als respons op de agressie vanuit Rusland. Steadfast Defender is de grootste oefening sinds de Koude Oorlog, en Nederland nam het laatste halfjaar deel aan diverse deeloefeningen daarvan – maar ook oefeningen die daar buiten vallen. We praatten met de militairen die er bij betrokken waren…
Aan Operatie Steadfast Defender, de grootste NAVO-oefening sinds de Koude Oorlog, deden alle 32 NAVO-lidstaten mee. De oefening strekte zich uit van de poolcirkel tot Roemenië en liet zien dat de NAVO zijn grondgebied zal beschermen. Ook Nederland deed mee. Zo participeerden de marineschepen Zr. Ms. Karel Doorman, Johan de Witt en Zierikzee met ongeveer 300 mariniers en NH90-helikopters in de deeloefening Nordic Response. Daarnaast deed de 11e Luchtmobiele Brigade mee aan de deeloefening Swift Response, 43e Gemechaniseerde Brigade aan Grand Center en 13e Lichte Brigade aan Grand Quadriga. In totaal kwam de Nederlandse deelname op ongeveer 5.000 militairen, 1.000 voertuigen en enkele gevechtshelikopters.
Voorhoede
Brigadegeneraal Gert-Jan Kooij is commandant van 13e Lichte Brigade. ‘Onze brigade werkt samen met Duitsland, en Steadfast Defender bood ons de mogelijkheid om dat naar het volgende niveau te brengen. In onze samenwerking met Duitsland vormen wij de voorhoede bij confrontaties: als lichte brigade kunnen wij ons snel verplaatsen om bij agressie de eerste klap op te vangen. Een complex, onoverzichtelijk terrein is onze kracht. Wij vertragen de tegenstander tot de rest van de divisie met zwaardere tanks en voertuigen het gevecht van ons overneemt.’
Massaal
‘We zijn gestart in Oirschot, gingen over de IJssel richting Duitsland, en van daaruit reden we door Polen naar Litouwen. We brachten drie dagen door in de pantservoertuigen,
‘s nachts overnachtten we op een grasveld. Ik ben zelf meegereden; ik had wellicht wat eerder een zeer zitvlak dan jongere soldaten, maar dat hoort erbij.
Voor Nederland is dit een van de grootste bijdragen aan een oefening sinds de Koude Oorlog: 13e Lichte Brigade en ondersteunende eenheden doen met in totaal 4.500 mensen mee. We werken daarbij samen met Duitsers, Fransen, Noren, Litouwers, Tsjechen en Amerikanen. De oefening is massaal en strekt zich uit van de Noordzee tot aan Litouwen.’
Begin er niet aan
‘Het doel van Steadfast Defender is afschrikking: Poetin, begin er niet aan want wij zijn met meer, hebben betere spullen en zijn beter getraind. In eerdere oefeningen hebben we delen van deze keten al getraind, maar nu kwam het allemaal bij elkaar. En dan kan elk onderdeel zijn vak tot in de puntjes verstaan, nu werd het hele systeem belast. En we hebben laten zien dat we dat aankunnen. Ook zagen onze éigen mensen wat we allemaal kunnen. Om maar iets te noemen: voor de meesten van ons was het de eerste keer dat we over een geslagen brug heenreden. Dit was voor mij het belangrijkste voor de organisatie, voor Defensie: we deden dit allemaal samen en hebben elkaar nodig. En het wérkte: dat maakt indruk.’
Riptide
Kapitein-luitenant ter zee Wilco Faber en matrozen operationele dienst Ruben en Robert liggen als we ze spreken met het fregat Zr.Ms. Van Amstel voor de kust van Noorwegen. Ze hebben net twee onderzeebootbestrijdingsoefeningen afgerond.
‘We droegen bij aan de NAVO-oefening Dynamic Mongoose’, zegt Wilco, ‘maar daarvóór hebben we tijdens de Nederlandse oefening Riptide samengewerkt met de Johan de Witt, drie NH90 maritieme gevechtshelikopters en een onderzeeboot, om onze kennis en kunde op het gebied van onderzeebootbestrijding naar een hoger niveau te tillen en daarnaast te verbreden. Dat is belangrijk, want voor de nieuwe Anti-Submarine Warfare fregatten hebben we mensen nodig met de juiste kennis en ervaring. Ook heeft de oefening de onderlinge samenwerking versterkt. Deze oefeningen stonden overigens los van Steadfast Defender.’
Robert: ‘Onze focus lag op het beter detecteren van onderzeeboten door alle mogelijkheden en data samen te voegen en die tactisch in te zetten. We zijn vijf weken in de weer geweest. De divisies losten elkaar continu af, en het is een 24-uursbedrijf, dus op
een bepaald moment sloeg de vermoeidheid wel toe. Maar het is voor ons belangrijk om dit veel en vaak te oefenen.‘
Schaakspel
Wilco: ‘Onderzeebootbestrijding is een driedimensionaal schaakspel. Zo stuurden we een helikopter wég van waar wij wisten dat de onderzeeboot was, en daar heeft hij, zogenaamd rondzoekend, de onderzeeboot met de dipping sonar ‘gepingd’. Intussen hielden wij de onderzeeboot op hele grote afstand in de gaten. We wilden weten: hoe reageert hij op deze tactiek, trapt hij erin, wat bepaalt dat zijn gedrag en hoe kunnen we dat sturen? We hadden tijdens de oefening ook analisten aan boord, die na elke oefening direct onze data analyseerden. We kregen dus direct feedback en konden onze tactiek erop aanpassen.’
Ruben: ‘In sommige scenario’s simuleerden we aanvallen op de onderzeeboot, of we moesten juist Zr.Ms. Johan de Witt tegen een aanval verdedigen. Maar de oefening daagt je ook persoonlijk uit: ikzelf wil doorgroeien naar korporaal onderwaterbeeldteamleider.
Tijdens deze oefening kreeg ik de ruimte om die rol op me te nemen.’
Wilco: ‘We hebben geleerd hoe we als kleine club goed leiding kunnen geven aan vier Nederlandse eenheden op zee. We hebben grote stappen gezet. Dus het was zeker voor ons een heel geslaagde oefening. Binnen de Standing NATO Maritime Group 1 zijn wij gespecialiseerd in onderzeebootbestrijding. Daar hebben we hele goede sensoren voor, en we kunnen heel goed samenwerken met de andere eenheden. De Nederlandse marine
is niet heel groot, maar we laten zien hoe we binnen NAVO een belangrijke rol kunnen spelen.’
Nordic Response
Kapitein der mariniers Marnix is vluchtcommandant van vlucht 2 van 860 squadron, gestationeerd op Maritiem Vliegkamp De Kooy. Hij was betrokken bij operatie Nordic Response.
‘Onze focus lag op de dreiging als onderzeeboten ergens tussen IJsland en Noorwegen door onze defensie zouden glippen. Maar ook simuleerden we het ontzetten van een bezet vliegveld in Noorwegen, samen met een bataljon mariniers, amfibische transportschepen en het logistieke ondersteuningsschip Karel Doorman. Aan die oefening deden ook Britse Wildcat-helikopters mee. Die samenwerking verliep prima, ook al doe je de dingen soms wat anders. We hadden niet alle standaard operating procedures vooraf
kunnen voorbereiden, maar je bent flexibel, je past er een mouw aan. Eigenlijk moet je bij elke oefening weer op nieuwe mensen ingespeeld raken. Ook al vlieg je voor de honderdste keer, altijd zijn er dingen anders. Dit keer bijvoorbeeld moesten we vanwege opwaaiend sneeuw dicht bij elkaar vliegend bijna blind landen. Dat geeft toch een heel andere dynamiek. Ik leer nog elke dag; het gevaar is juist dat je denkt uitgeleerd te zijn: dan komen de ongelukken.’
‘Tijdens de oefening ontwikkel je individuele kwalificaties, dat bouwt vertrouwen binnen je team en stijgt het niveau van de sectie. Neem dan de Engelsen erbij en de bemanning van het schip: gedurende de oefening stijgt het niveau van je kunnen, met als eindresultaat dat we onze doelstellingen hebben behaald!’
Waardering
‘Ik merk dat er tegenwoordig veel meer begrip en waardering is voor wat we doen’, zegt brigadegeneraal Kooij. ‘Ook al bezorgden we Duitse en Poolse gemeenten de nodige
overlast met onze colonnes, ze begrepen en ondersteunden dat. Ook binnen de organisatie groeit de waardering. Omdat we zien dat we elkaar nodig hebben én van
elkaar opaan kunnen. Op een vliegveld werd ik onlangs zo hartelijk bedankt door een
mevrouw, dat ik dacht: dit lijkt Amerika wel. Met Hollandse bescheidenheid zei ik: ‘Ach, dat hoeft niet, geen dank’, maar zij zei: ‘Ophouden: jullie doen belangrijk werk.’ Regelmatig brachten NOS-journaals Steadfast Defender in beeld, er was veel aandacht voor. Misschien kan dat leiden tot meer cohesie in de maatschappij: velen van ons zijn in vrede opgegroeid en zien veel faciliteiten, zoals zorg, politie, brandweer - maar ook defensie - als een vanzelfsprekendheid. We maken ons meer druk om een tweede auto of een derde vakantie. Ik denk dat de maatschappij nu de volgende stap zou moeten zetten: hoe gaan we met elkaar het gesprek aan om die voorzieningen goed te financieren en te waarderen? Want ergens gaat het een keer fout, dat zie je aan Oekraïne.’
Dit artikel verscheen eerder in de Militaire Courant editie juni 2024.
dit artikel is mede mogelijk gemaakt door Noventas.


