Stichting NIDV: 'Wij willen dat Defensie en bedrijven elkaar begrijpen'

27 februari 2025 - Antal Giesbers

De stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) is de enige brancheorganisatie die door de overheid zelf mede is opgericht. De taak van de NIDV is het duurzaam positioneren van Nederlandse bedrijven die producten en diensten leveren op het gebied van nationale en internationale publieke veiligheid. Maar zijn die beide werelden wel goed bij elkaar te brengen?

 

Stichting-NIDV-PS_XT520028-768x1024
Directeur van de NIDV, Hans Huigen

 

Directeur van de NIDV Hans Huigen bracht, na een studie rechten, zijn diensttijd door als Reserve-officier Academisch gevormd (ROAG) bij de Koninklijke Marechaussee. ‘Ik hield me toen bijvoorbeeld bezig met de overname van civiele politietaken op Schiphol en de hoeveelheid brigades aan onze binnengrenzen. Daarna werkte ik in de ambtelijke wereld, onder meer in Den Haag en Brussel. Uiteindelijk hielp ik bij scheepsbouwer Royal IHC de nieuwe Raad van Bestuur om zich te positioneren in het krachtenveld van Den Haag en Brussel, in een fase dat IHC ook een alliantie aanging met Naval Group voor de bouw van onderzeeboten. En sinds anderhalf jaar ben ik directeur van de stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV).'
‘De NIDV moet je zien als een link tussen bedrijven en kennisinstituten, en de overheid. We worden betaald door de bedrijven en kennisinstellingen die bij ons zijn aangesloten. Denk aan leveranciers van schepen, radarsystemen, voertuigen, maar ook aluminium, en bijvoorbeeld ICT-systemen. We hebben bedrijven in smart materials, AI, cyber en crypto, dus niet alleen materieelleveranciers. Daarmee hebben we een zeer behoorlijke vertegenwoordiging van bedrijven die met Defensie zaken doen. Ook internationaal zijn we goed vertakt, met veel contacten en samenwerkingen.’

Onderschat potentieel
‘De stichting werd in 1984 opgericht door de ministeries van Economische Zaken en Klimaat, Buitenlandse Zaken en Defensie en de industrie, waarbij wij zorgen voor het structureel positioneren van de Nederlandse Defensie en Veiligheidssector in binnen- en buitenland.'
‘Voor ons defensie-bedrijfsleven zat er nauwelijks werk bij. We wilden dat zij nationaal én internationaal deel zouden gaan uitmaken van de leveranciersketen. Als we in het buitenland tanks of vliegtuigen kopen, dan zou Nederland daar industrieel in moeten participeren.’

Werd het potentieel van Nederlandse bedrijfsleven onderschat?
‘Vanaf de jaren ’90 dachten we eigenlijk dat er in Europa geen oorlog meer zou plaatsvinden. En dus hobbelden overal in Europa de defensie-uitgaven achteruit. Hoe krijg je als bedrijf dan voet aan de grond? Wij hebben maar weinig bedrijven die een compleet product afleveren met alleen Defensie als klant. Voor de rest zijn het bedrijven die ook aan de civiele markt leveren. Dus dan de koopkracht van Defensie in je thuismarkt steeds minder wordt, dan is er weinig animo voor bedrijven om te investeren in die defensiemarkt. Dat begint nu wel te veranderen.’

Zeker in het verleden was er het negatieve imago van ‘het militair-industrieel complex’. Geldt dat nog steeds?
‘Toen ik hier aantrad, hadden journalisten het altijd over ‘de wapenlobby’. Inmiddels hoor ik dat nooit meer. Men ziet nu nut en noodzaak van de defensie-industrie: vrede en veiligheid zijn van ons allemaal, en we laten niet langer anderen de kooltjes uit het vuur halen.’

Informatiemakelaar
‘De NIVD heeft zich nadrukkelijk verder ontwikkeld. In het begin overtuigden we Defensie ervan dat Nederlandse bedrijven niet aan de zijlijn moesten staan, maar een rol moesten spelen in de aanbestedingen – en dan heb je het niet alleen over productie, maar ook onderhoud en upgrades. Daarmee bouw je als industrie ook een reputatie op, met inzicht in het gebruik en de benodigde materialen.'

 

‘Voor veel bedrijven werden wij een informatiemakelaar, de olie tussen de raderen in de gesprekken tussen Defensie en het bedrijfsleven. Dat doen we onder meer middels bijeenkomsten waarin de industrie aangeeft waar zij denken dat de behoeftes voor de toekomst liggen. En we vervullen die makelaarsrol voor de hele branche, dus niet voor separate bedrijven.'
‘De kern is dat we inzichtelijk maken hoe beide partijen werken. Vroeger legden we aan bedrijven uit hoe Defensie werkte, nu vertellen we Defensie hoe het bedrijfsleven werkt. Want die werelden komen niet makkelijk bij elkaar. Allereerst moet je begrijpen hoe Defensie werkt: hoe die contracten in elkaar zitten, met welke veiligheidsvoorschriften, eisen en verplichtingen. Zo zijn veel Defensieopdrachten een zaak van lange adem. Omgekeerd is bij Defensie niet bekend hoe bedrijven werken. Zij beschikken namelijk niet zomaar over een pot met geld om te investeren voor Defensie. Bedrijven moeten aankloppen bij geldverstrekkers en met een solide businesscase komen om een investering te verantwoorden. En daarvoor heb je concreet zicht nodig op een opdracht en een bepaalde mate van zekerheid dat je binnen een aantal jaren de investering terug kan verdienen. Om zo ook weer je geldverstrekkers terug te kunnen betalen en er als bedrijf zelf ook nog iets aan te kunnen verdienen. Op dit moment ziet de industrie dat commitment van Defensie vaak nog niet. En dan is het lastig voor bedrijven om te investeren in mensen en machines.’

Vooruitziende blik
Ik ken wat voorbeelden waarin industrie en Defensie intensief samenwerken en mensen bij elkaar detacheren. Is een dergelijke partnership de toekomst?
‘We staan aan het begin daarvan; op dit moment zijn we nog te onbekend met elkaars werelden. Het heeft bij een bedrijf 25 jaar geduurd om zo’n partnership op te bouwen. Terwijl Defensie nu binnen vijf jaar klaar wil staan voor een Europees conflict! Wij willen dat defensie en bedrijven elkaar begrijpen en de industrie Defensie actief kan ondersteunen. Tijdens bijeenkomsten die we organiseren, vaak samen met Defensie of andere overheden, maken we (nieuwe) bedrijven enthousiast om met Defensie te gaan samenwerken – en dan niet alleen te wachten op een aanbesteding of opdracht van Defensie, maar zelf, eventueel als groep, te laten zien wat zij kunnen en waar zij denken een goede bijdrage te kunnen leveren. Daarin is het ook belangrijk om eisen te stellen aan de herkomst van materialen. Want wil je wel dat in sommige producten materialen en onderdelen verwerkt zijn uit bijvoorbeeld China? Het is misschien op korte termijn duurder om met Nederlandse of Europese materialen te werken, maar je moet ook nadenken over wat we in Nederland allemaal aan industrie nodig hebben opdat Defensie, maar eigenlijk de Nederlandse samenleving als geheel, meer haar eigen broek kan ophouden in tijden van oorlogsdreiging.’

d180313mr0151-1024x682

Dit artikel verscheen eerder in de Militaire Courant editie september 2024.

De rubriek In Bedrijf wordt mede mogelijk gemaakt door Noventas.

Noventas-logo-1024x170

Altijd op de hoogte blijven?