Op woensdag 25 juni is er een bijzondere Q&A in het Bastogne War Museum in België. Zeven veteranen uit de Tweede Wereldoorlog komen naar Bastenaken om jullie vragen te beantwoorden.
In het kader van de herdenking van 80 jaar Slag om de Ardennen organiseert het Bastogne War Museum op woensdag 25 juni 2025 om 16.00 uur een bijzondere vraag- en antwoordsessie. Verschillende Amerikaanse veteranen van de Tweede Wereldoorlog zijn aanwezig, sommigen keren voor het eerst sinds 1945 terug naar België. De toegang is gratis, zolang er plaatsen beschikbaar zijn. Het evenement vindt plaats in samenwerking met Phoenix Custom Tour. Het is een unieke gelegenheid om deze veteranen vragen te stellen en hun persoonlijke verhalen uit de oorlog te horen. Hun getuigenissen bieden waardevol inzicht in de offers die destijds zijn gebracht voor de bevrijding van Europa.
De aanwezige veteranen
Robert Holbach
Bob werd in 1943 opgeroepen en kreeg zijn opleiding in Camp Maxey (Texas), waar hij korporaal werd en meehielp bij het trainen van nieuwe rekruten. Daarna volgde hij een opleiding veldartillerie in Fort Sill. In Europa werd hij ingedeeld bij het 665e veldartilleriebataljon van het 23e Korps, verbonden aan de 28e Infanteriedivisie. Bob laadde en vervoerde munitie voor een 155 mm houwitser en bediende een .50 kaliber mitrailleur. Hij nam deel aan de Slag om de Ardennen, aan de gevechten aan de Rijn en in Duitsland.
Alan Kinder
Alan was technicus vijfde klas in het 14e waarnemingsbataljon van de veldartillerie, onder het Derde Leger. Hij werd aan verschillende divisies toegewezen, maar sloot de oorlog af bij de 2e Infanteriedivisie. Hij werkte dicht bij het front en spoorde vijandelijke posities op met akoestische apparatuur die in de grond was geplaatst. Hij was actief in Frankrijk, België, Luxemburg en Duitsland, en kwam tot op 145 kilometer van Berlijn. Sinds 1944 is hij niet meer in België geweest. Hij woont nu in Gainesville, Georgia.
Jacob Ruser
Als soldaat eerste klas en gevechtsverpleger in de 4e Infanteriedivisie diende Jacob in het 2e medische detachement van het 12e Infanterieregiment. Hij verzorgde gewonden op het slagveld in Frankrijk, België, Luxemburg en Duitsland, onder meer in het beruchte Hürtgenwald. Voor zijn inzet werd hij onderscheiden met het Franse Legioen van Eer. Vandaag woont hij in Philadelphia, Pennsylvania.
Alan Shapiro
Alan Shapiro vervoegde in 1944 de luchtmacht. Hij werd straaljagerpiloot en kreeg zijn vleugels als tweede luitenant in augustus 1944. Een geplande luchtlandingsoperatie in het buitenland werd uiteindelijk afgelast, waarna hij werd ingezet als piloot van C-47-transportvliegtuigen, onder meer voor het droppen van parachutisten achter vijandelijke linies. Tijdens de Slag om de Ardennen voerde hij bevoorradingsmissies uit en vervoerde hij 5-inch kanonnen en hun bemanningen. Alan vloog om de drie dagen met zijn C-47.
Henry Singer
Henry is vandaag 98 jaar. Hij trad op 3 september 1944 in dienst en kreeg zijn militaire opleiding in Camp Hood (Texas) en Camp Benning (Georgia). Daarna werd hij toegewezen aan de 70e Infanteriedivisie, 276e Regiment, Compagnie D. Hij nam deel aan drie grote campagnes: in de Rijnstreek, tijdens het Ardennenoffensief en in Duitsland. Ook Henry werd onderscheiden met het Franse Legioen van Eer. Op 6 juli 1946 werd hij gedemobiliseerd.
Frank Stellar
Begin 1943 werd Frank opgeroepen voor de luchtmacht. Na zijn basisopleiding in North Carolina werd hij ingedeeld bij het 302e Veldeskadron. In Frankrijk hielp hij bij de aanleg van een landingsbaan en werkte hij als kok voor troepen aan het front. Na de Slag om de Ardennen, die zware verliezen veroorzaakte, volgde hij een infanterieopleiding. Daarna werd hij overgeplaatst naar de 36e Infanteriedivisie, waarmee hij tot het einde van de oorlog in Duitsland vocht.
Russel Sattazahn
Russel werd in 1944 opgeroepen en diende in de 1e Infanteriedivisie, 18e Regiment, Compagnie G. Na zijn opleiding in Camp Blanding (Florida) stak hij de Atlantische Oceaan over in een konvooi net achter de Queen Mary. In Frankrijk aangekomen werd hij meteen naar het front in België gestuurd. Zijn eerste gevechtservaring was tijdens de Slag om de Ardennen. Op 24 maart 1945 raakte hij in Duitsland zwaar gewond bij een explosie, waarbij hij zijn rechterhand verloor en granaatscherven in zijn lichaam kreeg. Voor zijn moed kreeg hij twee Bronze Stars en een Purple Heart. Eind 1945 keerde hij terug naar de Verenigde Staten.
De Militaire Courant wordt mede mogelijk gemaakt door Noventas.
