Waarschuwing. In dit artikel staan beelden die als schokkend kunnen worden ervaren.

Luisa Bonanno begon haar loopbaan in de zorg, maar ontdekte haar ware roeping bij Defensie. Als anesthesiemedewerker wist ze haar medische kennis te combineren met haar zoektocht naar avontuur en verantwoordelijkheid. Het bracht haar naar tien uitzendingen, waaronder naar Irak en Afghanistan. Tegenwoordig zet ze zich in om het taboe rond PTSS en mentale klachten onder veteranen te doorbreken, terwijl ze zelf blijft worstelen met haar ervaringen en de vraag of ze trots mag zijn op wat ze heeft bereikt.

image-1

Als klein meisje droomde Luisa Bonnano al van een toekomst in de zorg. “Ik wist al vroeg dat ik mensen wilde helpen. Toen ik op mijn mbo-school een presentatie kreeg over werken in de operatiekamer, wist ik het zeker: dit is wat ik wil doen.” Op haar achttiende solliciteerde ze en werd aangenomen als anesthesiemedewerker. Al snel ontdekte ze dat ze in een bijzonder vakgebied was beland. “Het laatste wat een patiënt ziet voordat hij in slaap valt voor een operatie, zijn mijn ogen en mijn stem. Dat vind ik een grote verantwoordelijkheid – en een eer. De rust die je uitstraalt, kun je ook overdragen op je patiënt.”

Maar na een aantal jaren begon er iets te knagen. “Ik was 25 en vroeg mezelf af: is dit alles? Ik miste avontuur, uitdaging. Uniformen hadden altijd al iets magisch voor mij, omdat het symbool staat voor discipline en verantwoordelijkheid. Ik zag op televisie een reclamespotje van defensie met de slogan ‘één team, één taak’. Ik herinner mij nog goed dat ik op dat moment dacht: dit moet ik gewoon doen, ik wil soldaat worden.”

 

Niet veel later bezocht Luisa een banenmarkt en maakte ze haar ambitie kenbaar. “Ze vonden me wat aan de oude kant en vroegen of ik al een andere functie of specifieke vaardigheden had. Ik vertelde dat ik anesthesiemedewerker was. Binnen Defensie bleek daar enorm veel vraag naar te zijn. Ze zeiden: ‘We hebben mensen zoals jij nóg harder nodig.’ Ik kon vrijwel direct met een opleiding aan de slag.”

Na zeven jaar in het militair hospitaal kreeg Luisa eindelijk waar ze op hoopte: een uitzending. “De combinatie van spanning en kameraadschap trok me enorm. Tijdens een missie ben je volledig op elkaar aangewezen, wat een unieke band creëert.” In totaal werd ze tien keer uitgezonden, onder meer naar Irak en Afghanistan. “In Tarin Kowt waren we als een van de eersten, met als opdracht medische hulp te bieden aan coalition forces (Nederlandse, Australische en Amerikaanse militairen). Maar ter plekke bleek al snel dat de situatie meer vergde dan op papier stond. Om echt iets op te bouwen, moest je ook de lokale bevolking helpen. Dit verkleinde bovendien de kans op aanslagen. Als Afghanen door ons gewond raakten, zorgden we voor medische hulp. Daarnaast fungeerden we als een soort huisartsenpost voor burgers. Mijn ervaring in de Nederlandse zorg was daarbij enorm waardevol.”

 

Waarschuwing, de onderstaande beelden kunnen als schokkend worden ervaren.

 

image-1024x765
De operatiekamer tijdens een van Luisa's missies

 

Een van de meest ingrijpende momenten in Luisa’s loopbaan vloeide voort uit het helpen van de lokale bevolking. “Ik behandelde een Taliban-strijder die gewond was geraakt door een bermbom die hij zelf had gelegd. De slachtoffers van zijn aanslag lagen nog op onze tafels, toen hij bij ons werd binnengebracht. Hij was er totaal niet van gediend dat ik, als vrouw, hem behandelde en ik aan hem zat. Hij spuugde daarom in mijn gezicht en haalde naar mij uit. Dat was de eerste keer dat ik intense haat ervoer van een patiënt én naar een patiënt. Toch hielp ik hem; onze zorgplicht is onvoorwaardelijk.”

image-3

Na haar missies merkte Luisa dat de ervaringen steeds zwaarder op haar drukten. “Toen mijn man, ook veteraan, vorig jaar ziek werd en leukemie bleek te hebben, stortte mijn zorgvuldig opgebouwde beschermingsmechanisme geleidelijk in. Ik werkte keihard en ging daarna elke dag op en neer naar Utrecht waar hij in het ziekenhuis lag. Dat ritme hield me op de been. Maar toen hij opknapte, kwamen de beelden van mijn uitzendingen opeens terug. Vooral het overlijden van patiënten op missie bleef haar achtervolgen. “Ik verwijt mezelf niets, ik kan mezelf in de spiegel aankijken en zeggen dat ik goed werk heb geleverd. Maar de beelden daaromheen laten mij niet meer los: een collega die in Nederland bij iemand moet aanbellen en aan de partner en kinderen te vertellen dat diens geliefde is overleden.”

 

Luisa kampte met PTSS, maar het duurde lang voordat ze dat zelf erkende. "Ik ging naar de huisarts voor slaapproblemen, terwijl ik diep van binnen wist dat er meer speelde," vertelt ze. "Het voelde zo tegenstrijdig. In mijn eigen podcast spraken veteranen altijd over hoe belangrijk het is om zelf vroegtijdig te erkennen dat je PTSS-klachten hebt. Nu was ik zelf die persoon." Na de diagnose zocht ze hulp. “Het voelde alsof er een pleister werd afgerukt, maar het moest. EMDR-therapie hielp om de beelden te verwerken, al voelt het nog steeds alsof mijn mijn zenuwen blootliggen." Luisa is nog steeds bezig met haar herstel, maar gebruikt haar ervaringen inmiddels om anderen te helpen. “Ik heb mijzelf tekortgedaan door er niet over te praten, maar nu geef ik trainingen en organiseer ik inloopavonden voor veteranen. Het is belangrijk het taboe op mentale klachten te doorbreken. Ik vertel mijn verhaal om te laten zien: je bent niet alleen.”

image-2

Luisa twijfelt nog steeds of ze trots mag zijn op wat ze tijdens missies deed. “Ben je wel echt militair?” Die vraag blijft knagen. "Ik zie mezelf niet als iemand die iets bijzonders heeft gedaan. Ik deed gewoon mijn werk." Tijdens een uitzending kreeg ze een medaille, maar vroeg een jonge militair spottend: "Waarom krijgen jullie een medaille? Wat hebben jullie eigenlijk gedaan?" Haar antwoord: "Je mag blij zijn dat je niet weet wat wij doen" Toch raakten zulke opmerkingen haar diep. "We hebben misschien niet meegemaakt wat anderen hebben, maar we zien het wel terug op onze operatietafel." Luisa hoopt dat ze haar werk zelf ooit als bijzonder kan zien. "Voor anderen kan ik dat, maar die laatste stap ontbreekt voor mij. Als ik het vaak genoeg vertel en zeg dat het wel bijzonder is, dan ga ik het zelf misschien ooit geloven.

Maar op de vraag of ze morgen weer op missie mag, antwoordt ze nog steeds: “Dan zeg ik meteen ja."

Dit artikel werd mede mogelijk gemaakt door Noventas.

Noventas-logo-1024x170

Voor meer verhalen. Kijk op de website van de Veteranendag!

Altijd op de hoogte blijven?