‘De grens tussen dapper en roekeloos is heel erg klein’

De krijgsmacht gaat met zijn tijd mee, maar op sommige plekken is traditie nog volop aanwezig. Een mooi voorbeeld is de Kanselarij der Nederlandse Orden. Hier wordt het toekennen van de koninklijke onderscheidingen aan burgers en militairen begeleid. In het statige pand in Den Haag sieren grote schilderijen van helden van weleer de wanden, maar ook de recentere Ridders der Militaire Willems-Orde Marco Kroon en Gijs Tuinman heten je welkom in de ontvangsthal. We spreken met generaal-majoor Morsink, Kanselier der Nederlandse Orden.

Kunt u iets vertellen van de geschiedenis van de Kanselarij?
‘Koning Willem I heeft in 1815 twee ridderorden in gesteld, namelijk de Militaire Willems-Orde en de Orde van de Nederlandse Leeuw. De eerste is destijds ingesteld omdat de kersverse koning – in mijn woorden – de militairen aan zich wilde binden. Veel van hen hadden daarvoor al in Franse dienst gevochten, en de koning wilde Nederland samen met de andere geallieerden verdedigen tegen Napoleon, die weer in opkomst was. En dus stelde hij een hoge onderscheiding in voor militairen, toen ook al met de definitie van moed, beleid en trouw in den strijd betoond.’

Welke onderscheidingen zijn er tegenwoordig?
‘Je hebt enerzijds de dapperheidsonderscheidingen, dat zijn de Militaire Willems-Orde, de Bron-zen Leeuw, het Bronzen Kruis, het Kruis van Verdienste en het Vliegerkruis. Anderzijds heb je de onderscheidingen voor maat-schappelijke prestaties, namelijk de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje Nassau.’

Wanneer worden de dapperheidsonderscheidingen toegekend?
‘Het begint altijd met een dappere daad in een strijd tegen de vijand. Daarvoor moet je voorgedragen worden, al kun je dat in theorie zelf ook doen door hem aan te vragen. Dan komt de voordracht via de commandant van de persoon bij het ministerie terecht. Daar zit een Commissie Dapperheidsonderscheidingen, deze is door de minister ingesteld om te adviseren. Als zij vinden dat het uitzonderlijk is wat er is gebeurd, dan kunnen zij zeggen dat deze daad naar hun idee bijvoorbeeld een Militaire Willems-Orde verdient. Dat gebeurt dus nog allemaal binnen Defensie. Het advies van de commissie gaat vervolgens naar de minister van Defensie en die legt het aan mijn kapittel voor. Dan pas gaan wij aan het werk.’

Kapittel der Militaire Willems-Orde

Defensie doet dus eerst al een soort quick-scan of iemand in aanmerking komt?
‘Nou, dat is een scan van soms meerdere jaren! De commissie doet heel veel onderzoek, maakt daar een omvangrijk dossier van. Als dat dossier positief is, en de minister het daarmee eens is, dan krijgen wij het opgestuurd en gaan we het bestuderen. Vervolgens zoeken wij naar extra bewijs, maar ook naar mogelijke ontkrachting van het bewijs. We spreken bijvoorbeeld met buitenlanders die te maken hebben gehad met de voorgedragen persoon, en vragen commandanten en specialisten die door die commissie nog niet gesproken zijn om advies. Ook kijken we of er in die periode dingen gebeurd zijn die niet door de beugel kunnen, misschien zelfs wel oorlogsmisdaden. Daarvan willen we zeker weten dat dat niet aan de orde is. Uiteindelijk maken wij, de negen leden van het kapittel, alle-maal individueel een interpretatie. Die delen we dan met elkaar, en daaruit voegen we samen een geconsolideerd advies aan de minister.’

Hoeveel voordrachten zijn er voor de militaire onderscheidingen?
‘Dat is geheim, maar het zijn er maar heel weinig. Ik denk dat we er gemiddeld misschien een of twee per jaar behandelen, en de Commissie Dapperheidsonderscheidingen doet al zo’n gedegen werk, dat het zelden voorkomt dat wij hun advies afwijzen. We hebben nu in ieder geval geen concreet voorstel liggen voor een dapperheidsonderscheiding, in ieder geval niet voor Militaire Willems-Orde.’

Worden de meeste mensen voorgedragen, of melden ze zichzelf aan?
‘Meestal weten ze het niet. Neem bijvoorbeeld Roy de Ruiter, de meest recente toekenning van de Militaire Willems-Orde. Daarbij hebben we vooral gekeken: wat maakt zo’n helikoptervlieger mee op het moment dat hij beschoten wordt, of als zijn brandstof op dreigt te raken? En wat is zijn band met mensen op de grond? Hij is een Apache-vlieger, die zijn er eigenlijk alleen om de grondtroepen te ondersteunen en informatie in te winnen. Daar hebben we ons uitgebreid over laten informeren door specialisten, want dat is niet iets wat je terugleest in het verslag van de commissie. Zo hebben we ook andere commandanten en mensen op de grond gevraagd: hoe belangrijk was die steun vanuit de helikopter? We hebben ook met buitenlandse vliegers gesproken, en die zeiden dat het optreden van Roy echt uitzonderlijk was.’

Hoe bepalen jullie de grens tussen dapper en roekeloos gedrag?
‘Die grens is heel erg klein, dat is bijna altijd zo bij dapperheid. Je moet bereid zijn om het belang van een ander hoger te achten dan dat van jezelf. Moed, beleid en trouw in de strijd: wat houdt dat in op dat moment? In het geval van Roy moest hij bereid zijn om zelf extra gevaar te lopen, omdat zijn mannen op de grond hem nodig hadden. Kijk, als je uitgeschoten bent, als je niets meer hebt, dan moet je terug. Maar hij had toen nog munitie, en ze hadden zijn steun nog nodig, alleen zijn brandstof was bijna op. En toch ging hij door, tegen de richtlijnen van de luchtmacht in. Die richtlijnen zijn in vredestijd heel belangrijk, anders ga je mensen roekeloos gedrag aanleren. Dus het is inderdaad een hele fijne grens: wanneer is iets roekeloos, en wan-neer is het dapper. Dat ligt aan de context.’

Wat vindt u het mooiste aan uw functie als Kanselier?
‘We hebben nu vier dragers van de Militaire Willems-Orde die nog in leven zijn, drie jonge Nederlanders en een Engelsman die net 103 geworden is en nog steeds vaak naar Nederland komt. We hebben nog veel contact met hen, en een enorm respect voor wat al die ridders in het verleden gedaan hebben. Ik vind het heel belangrijk dat we die mensen eren, maar we moeten ook beseffen dat we ze op een voetstuk zetten waar ze niet zelf om gevraagd hebben. Bij de toekenning van een onderscheiding zijn ze vaak verrast en geven bijna altijd de eer door naar hun team, want niemand kan het alleen.’

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.