Defensievisie tot 2035: Vechten voor een veilige toekomst

Vandaag wordt de Defensievisie 2035 gepresenteerd: waar richt de organisatie zich de komende periode op? Op welke gebieden moet de krijgsmacht zich meer ontwikkelen?

Uit het rapport
“Technologische ontwikkelingen, geopolitieke veranderingen, maar bijvoorbeeld ook klimaatverandering en demografische ontwikkelingen, veranderen het dreigingsbeeld. Momenteel veranderen dreigingen zo snel, dat Defensie zich hier op moet aanpassen.
Met de huidige inrichting en staat van de defensie-organisatie zijn we namelijk niet adequaat toegerust voor de toekomstige (en sommige huidige) dreigingen.”

“Veiligheid is geen luxe! Het is een harde voorwaarde voor welvaart en democratie. Het is een kerntaak van de overheid die prioriteit verdient.”

“In 2035 is Defensie een slimme, technologisch hoogwaardige organisatie. Defensie heeft een groot vermogen om zich aan te passen aan situaties en handelt op basis van de beste informatie.
En dat moet ook. Want wereldwijd nemen fysieke en digitale dreigingen de komende jaren alleen maar toe en wordt het grijze gebied tussen oorlog en vrede steeds groter.
Er zal steeds vaker een beroep worden gedaan op Defensie.
En dan moeten onze mensen er staan: toegerust, geoefend en getraind. Als zwaardmacht van ons koninkrijk gaan militairen verder waar anderen stoppen.
In 2035 is Defensie proactief en flexibel. De krijgsmacht kan zowel kleinschalig en specialistisch als in groter verband optreden.
We kunnen snel op meerdere plekken tegelijk zijn en ook lang blijven. We kunnen de vrede bewaken, de zwaarste vormen van geweld toepassen – en alles wat daartussenin ligt. Het liefst voorkomen wij een conflict. Maar als het moet, vechten we om te winnen.
In 2035 zijn we een betrouwbare partner. Want we doen het samen. Nationaal en internationaal. We komen onze afspraken na en zorgen ervoor dat onze inzet en systemen naadloos aansluiten op die van onze bondgenoten.
Alleen dan kan Defensie blijven beschermen wat ons dierbaar is.”

Op de persconferentie: 10 inrichtingsprincipes
Defensie moet vernieuwen, moderniseren en andere manieren van vechten incorporeren, waarbij technologie en informatie vaker centraal staan. Militairen moeten de beschikking hebben over de modernste middelen, zodat ze op het hoogste niveau en zo veilig mogelijk hun werk kunnen doen. De organisatie moet de ambitie hebben om de beste mensen aan te trekken en die ook te behouden. Deze stappen moeten de komende 15 jaar worden gezet via 10 inrichtingsprincipes, die het profiel van Defensie in 2035 vormgeven:

  • Unieke mensen en arbeidsextensieve capaciteiten. Onze mensen maken het verschil. Daarbij is meer oog voor maatwerk bij de aanstelling en contracten van burgers en militairen. Het personeelsbestand wordt diverser en er wordt gekeken naar specialisten met unieke kwaliteiten. Automatisering, digitalisering en robotisering bieden kansen: door mensen en machines op de juiste manier een ‘team’ te laten worden, halen we het beste uit onze mensen. We kunnen dan ons (vaak gevaarlijke) werk veiliger maken en in bepaalde gevallen de fysieke selectiecriteria veranderen. 
  • Flexibel optreden: snel inzetbaar, schaalbaar en zelfstandig. Op deze manier kunnen we beter anticiperen en omgaan met de vele verschillende soorten dreigingen. Dit geldt voor binnen- en buitenlandse operaties. Hiervoor moeten strategische en operationele concepten worden bedacht en uitgevoerd. Wapensystemen en eenheden zijn gemakkelijk op te waarderen en te combineren. Gevechtseenheden werken zelfstandiger, flexibeler, sneller en zijn langer inzetbaar en inklikbaar met onze belangrijkste nationale en internationale partners.
  • Sterk innoverend vermogen. We willen vooroplopen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, zodat we technologisch hoogwaardig zijn en blijven. Op die manier kunnen we ons blijven aanpassen aan de veranderende wereld en behouden en vergroten we de operationele slagkracht.
  • Escalatiedominantie met onze partners. Samen met onze partners moeten we over de juiste en voldoende capaciteiten blijven beschikken voor geloofwaardige afschrikking en slagkracht. We moeten ook proportioneel bijdragen aan EU- en NAVO-missies en VN-vredesoperaties.
  • Gezaghebbende informatiepositie. We moeten onze omgeving sneller kunnen beschrijven en begrijpen en veranderingen zien aankomen. Op die manier krijgen we beter grip op complexe situaties.
  • Multidomein en geïntegreerd optreden. We moeten ons tegen de vele verschillende soorten dreigingen kunnen weren. Dreigingen vinden steeds vaker in verschillende domeinen en met verschillende middelen plaats. Het multidomein optreden, namelijk de samenwerking tussen de defensieonderdelen land, lucht, zee, cyber en ruimte, wordt het uitgangspunt. Geïntegreerd optreden samen met partners wordt versterkt.
  • Transparant en zichtbaar in een betrokken samenleving. Defensie staat actief in de samenleving en moet daarvoor stappen blijven zetten om transparanter te zijn; informatie wordt actief gedeeld, incidenten pro-actief gemeld.
  • Inzetten op een sterker, zelfredzamer Europa. Europa moet in de toekomst zelfstandig kunnen optreden wanneer de Europese belangen in het geding zijn. Defensie zet daarop in en intensiveert afspraken met EU en NAVO. Langjarige commitment is belangrijk voor de geloofwaardigheid van Nederland. 
  • Inzetten op verdere specialisatie binnen de NAVO en de EU. We zetten meer in op specialisatie binnen de EU en de NAVO, zodat we meer gebruik maken van de kracht van ieder land. Met onze partners wordt intensiever samengewerkt om onderling meer capaciteiten te delen.
  • Strategische capaciteiten voor een weerbare samenleving. Om onze democratische rechtstaat en open economie te beschermen moet Nederland bepaalde strategische capaciteiten, systemen en voorraden zelf bezitten. Defensie is vaker nationaal beschikbaar voor inzet en draagt daardoor goed bij aan de weerbaarheid van de samenleving.

Dit artikel kan later worden aangevuld n.a.v. politieke debatten.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.