De Nederlandse Luchtmacht beschikt over een machtig wapen: de Apache-gevechtshelikopter. De Militaire Courant bezocht vliegbasis Gilze-Rijen om te spreken met vlieger Twiggy en sergeant-majoor Joey.
In de crewroom van vliegbasis Gilze-Rijen zitten vliegers, duidelijk herkenbaar aan hun overalls, en grondpersoneel bij elkaar. Er wordt wat gepraat, gelachen en het ruikt er naar verse koffie. Via deze ruimte gaat sergeant-majoor Joey op weg naar de hangar waar de Apaches staan. Als je in de hangar rondloopt, kun je niet anders dan onder de indruk zijn van de machine die door de mens wordt getemd. Er staat een exemplaar zonder rotorbladen, waarbij ook de platen rond de motor voor onderhoud zijn verwijderd. Onder een andere Apache liggen dummyraketten klaar als belading, terwijl bij een derde helikopter het grondpersoneel de controles uitvoert die voor elke vlucht worden gedaan.
Acht van de in totaal achtentwintig Apaches waar Nederland over beschikt, staan voor training en opleiding in Amerika op Fort Hood. De overige twintig zijn ingedeeld bij het 301 squadron hier op de vliegbasis. Ooit waren het er dertig, maar een van de helikopters verongelukte op een steenworp afstand van Kabul in Afghanistan, een andere verloor Nederland bij een ongeval tijdens de missie in Mali.
Ik zou niet anders willen doen
Joey haalt het incident aan als een voorbeeld van hoe belangrijk zijn werk is. Terwijl hij het vertelt, staart hij naar de vloer en wordt zijn ademhaling onrustiger. Het was een van de kisten waar hij op dat moment op missie verantwoordelijk voor was. Hoewel hij het nooit had kunnen voorkomen, trok hij het zich persoonlijk aan, omdat hij zich aansprakelijk voelde. ‘Dit is geen baan waarbij je partner erop kan rekenen dat je elke dag om vijf uur weer op de bank zit en over koetjes en kalfjes praat.’ In zijn 21 jaar bij de luchtmacht, ging hij vier keer op missie naar Afghanistan, twee keer naar Irak en zat hij drie keer in Mali. ‘Zeker nu we kampen met een tekort aan opgeleid personeel, wordt er veel van ons gevraagd, maar zelf zou ik niets anders willen doen,’ vertelt hij. ‘Als er om tien uur ’s morgens gevlogen wordt, zijn mijn team en ik hier om een uur of zeven om ervoor te zorgen dat elk detail klopt.
Na de briefing en zijn eigen laatste checks, stapt de piloot in om zijn taken uit te voeren.’ Vanuit de briefing room, lopen de vliegers de gang op. Hoewel ze niet elke dag vliegen, start hun dag altijd hier. Wat is er gebeurd? Welke lessen halen we uit de trainingen van de voorgaande dagen? Wat gaan we doen: daadwerkelijk vliegen, een simulator of tactische training?
Je voelt je veilig omdat je goed getraind bent
Twiggy staat er op het naamlint van haar vliegeroveral. Of ze voordat ze haar tactical kreeg, de roepnaam waarmee ze elkaar op de radio’s aanspreken, ooit had gehoord van het gelijknamige Britse model uit de jaren zestig, valt te betwijfelen. Ergens in hun carrière of opleiding verdienen vliegers deze naam, zij kreeg hem tijdens haar loopbaan. De reden van je tactical is vaak een goed bewaard intern geheim, hoewel die van Twiggy zich laat raden. Twiggy straalt rust en controle uit bij alles wat ze zegt en doet. Ze laat zien wat er zoal bij haar werk komt kijken. In de bureauruimtes verderop in de gang, plant ze haar vluchten die bijdragen aan het opwerktraject voor een grote oefening later dit jaar: Falcon Autumn. Daarnaast heeft haar commandant aangegeven dat ze de omscholing tot frontseater, gezagvoerder, mag volgen. Apaches worden gevlogen door twee vliegers, de backseater vliegt terwijl de frontseater verantwoordelijk is voor de tactische besluiten en de inzet van de wapensystemen.
Zodra ze klaar is, loopt Twiggy naar flightops, waar ze het plan en de leerdoelen van de vlucht bespreekt. Ze krijgt daar de laatste bijzonderheden te horen en welke kist door het team van Joey is voorbereid. ‘Apache-vlieger is een indrukwekkende baan, maar buiten dat is het ook gewoon werk.’ Twiggy vliegt met een ervaren gezagvoerder, maar haar taak tijdens missies brengt natuurlijk de nodige risico’s met zich mee. ‘Je voelt je veilig omdat je goed getraind bent,’ zegt ze daar zelf over. Uit een smalle rode locker pakt ze haar helm en een tas met spullen die ze tijdens de vlucht nodig heeft. In de hangar praat ze kort met Joey over de Apache-helikopter die buiten klaar staat. Voordat ze haar final checks uitvoert, heeft ze in de hangar nog een kort overleg met Joey. ‘Ik vertrouw blind op Joey,’ had ze zo-even in de locker room gezegd, ‘maar als piloot voer je ook altijd je eigen controles nog uit.’ Als ze haar helm in de cockpit aankoppelt, volgt er nog een radio check Dan pas wordt de motor opgestart voor een vlucht van ongeveer twee uur.
Het werk van Joey doet ondertussen denken aan dat van een pitcrew tijdens een Formule 1-wedstrijd. Er is geen tijd om stil te zitten en alles wordt geanalyseerd: de technische gegevens die binnenkomen, dingen die niet goed voelen of een geluid dat anders is dan normaal. ‘Als de kist weer aan de grond staat,’ legt hij uit, ‘dragen de piloten de helikopter weer aan ons over. Afhankelijk van de volgende missie, tanken we hem af en gaat hij door, of gaat de kist terug de hangar in voor het onderhoud na het gebruik.’ De enige keren dat Joey ‘zijn’ kisten even uit het oog verliest, is als ze na een bepaald aantal vlieguren voor groot onderhoud naar vliegbasis Woensdrecht gaan.
Dit artikel is geplaatst in de Militaire Courant editie februari 2019. Klik hier om meer over deze editie te lezen.