Interview met Kati Piri: ‘Conflicten zijn niet alleen een zaak van Defensie’ 

Na jaren van bezuinigingen op Defensie veranderde ons gevoel van veiligheid na de inval van Rusland in de Oekraïne drastisch. Defensie was uitgehold, verwaarloosd en dat moest anders. Met Kati Piri, Tweede Kamerlid voor de Partij van de Arbeid (PvdA), spreken we over de oorlog van Poetin, de toekomst van Defensie en samenwerking binnen de EU en de NAVO.  

Hoe heeft de inval van Rusland de kijk van de PvdA op Defensie veranderd? 

‘Conflicten gaan natuurlijk altijd breder dan Defensie, maar niet eerder was het een conflict zo dicht bij huis. Daarnaast waren we ons veel meer aan het voorbereiden op confrontaties op cybergebied en niet op conventionele conflicten. Als je nu de beelden ziet van het front in Oekraïne, dan zie je loopgraven, tanks en soldaten die eigenlijk op een traditionele manier oorlog voeren.  

Wat je daardoor ziet in heel Europa, en niet alleen onze buurlanden, is dat de fysieke dreiging van Rusland heel erg gevoeld wordt. We realiseren ons dat zodra er een staakt-het-vuren is, of er een vredesakkoord ligt, de dreiging daarmee nog niet weg is genomen. Zolang Poetin er zit, moeten we daar heel serieus rekening mee blijven houden. Het gevolg is dat je daarom ook heel anders tegen de veiligheid moet aankijken, alleen al op dit continent.’  

Hoe bedoel je? 

‘De collectieve verdediging was misschien wel sinds het einde van de Koude Oorlog naar de achtergrond geschoven, dat wordt nu heel erg naar voren gehaald en dat is ook logisch.’  

Dus ook voor de PvdA was daarmee de NAVO-norm van 2% weer bespreekbaar? 

‘Om het precies te formuleren, hebben wij gezegd dat al het geld wat nu nodig is als investering in onze collectieve verdediging er nu moet komen. Dat is het allerbelangrijkste. Als dat meer is dan 2% van het bruto binnenlands product kunnen we dat, zolang het maar goed onderbouwd is, ook ondersteunen. Maar we willen ons niet vast laten pinnen op die norm. Overigens doet het kabinet dat ook niet. Die bouwen het op naar 2024-25 en de jaren daarna is het weer de vraag welk percentage er besteed gaat worden. Wij zijn er dus ook niet voor om het, zoals de SGP dat wil, vast te leggen in de grondwet.’  

Als we ons voor moeten bereiden op toekomstige conflicten, hoe zien die er dan uit? 

‘Het is belangrijk om te realiseren dat conflicten niet alleen maar een zaak van Defensie zijn. We moeten denk ik voorzichtiger zijn met wie wij als land zakendoen. Overigens zou het ook naïef zijn om nu, op basis van de strijd in de Oekraïne te stellen, dat oorlogen van de toekomst zullen verlopen zoals daar. Het gaat dus veel meer om de vraag of je een organisatie hebt die zich snel kan aanpassen als conflicten die zich voordoen. 

‘Je weet nooit zeker welke dreiging eraan komt. Daarom heb je goede inlichtingen nodig. Moet je samenwerken met bondgenoten, kijken wat je ambities zijn in de EU, maar met name naar binnen de NAVO. Ik vraag me ook af of wij, als de aanval van Rusland nu op een NAVO-partner was geweest, daarop voorbereid waren.’   

Maakt dat uit, als die aanval er is, moet je reageren toch? 

‘Zeker, maar je wilt wel reageren op een manier dat die eerste klap heel duidelijk is. Je wilt ook niet dat iemand het in zijn hoofd haalt om een NAVO-land aan te vallen. We moeten ons leger dus weer inzetbaar en gereed maken.’  

Hoelang gaat dat duren? 

‘Tsja, dat is niet makkelijk. Het belangrijkste is natuurlijk personeel, zonder mensen heb je niets aan Defensie. Dus ik ben blij dat er nu stappen gemaakt worden voor een betere werkomgeving en beloning, maar we moeten mensen nog wel zien aan te trekken en te behouden. Als het gaat om materieel, daar moet je ook eerlijk over zijn, staan we op dit moment ook met zijn allen in de rij. Dat betekent dat je over meerdere jaren moet gaan kijken.’  

Moeten we dat materieel binnen Europa gezamenlijk gaan aanschaffen, werkt dat? 

‘Daar wordt in ieder geval over gesproken, maar als ik naar de Defensienota kijk, haal ik daar nog niet uit hoe de Nederlandse Defensievisie past in het NAVO- of EU-beleid. Ik ben wel nieuwsgierig naar de rolverdeling en naar hoe je voorkomt dat we allemaal precies hetzelfde gaan doen. Wat is de kracht van onze krijgsmacht en welke keuzes vloeien daaruit voort?’ 

Waar ligt dan onze expertise en welke keuzes moet Nederland volgens jou dan dus maken? 

‘Als Kamerlid wil ik dat niet op detailniveau invullen. Maar je Defensievisie moet logischerwijze voortvloeien uit je buitenlandbeleid. We moeten in ieder geval altijd inzetbaar zijn voor vredes-, en humanitaire missies. Verder denk ik bijvoorbeeld aan cyber, de marine of inlichtingen, maar in ieder geval iets waar een behoefte aan is binnen het bondgenootschap.’  

Tot slot heel even terug naar Oekraïne, wat gaan wij daar als endstate accepteren? 

‘Dat is een ontzettend moeilijke vraag. Het eerlijke verhaal is dat we het niet weten. Het moet vooral een staakt-het-vuren zijn waar Oekraïne mee kan leven. Het zijn de Russen die het land zijn binnengevallen, die daar al zeven jaar grondgebied bezetten. Wij kunnen niet zeggen: ‘de energieprijzen beginnen hier te stijgen dus sluit nu maar een compromis.’ 

‘We sturen heel veel wapens, maar de vraag is of het Oekraïne gaat lukken om die gebieden terug te winnen. Als dat niet lukt en er een staakt-het-vuren komt dat hen pijn doet, dan vind ik ook dat we de sancties tegen Rusland in stand moeten houden.’  

Dit artikel verscheen eerder in de Militaire Courant, editie juni 2022. 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.