Mijnenjager Schiedam: ‘Voor ons is het gevaar bijna constant aanwezig’

Van commandant van de mijnenjager tot de duiker die close contact opzoekt met het gevaar: de Zr.Ms. Schiedam vaart continu uit om voor de Nederlandse kust én in internationale wateren de zeewegen veilig te houden. Dat vraagt om discipline en uithoudingsvermogen, want met mijnen ligt het gevaar altijd op de loer. En niet alleen met mijnen… 

Door Jan Louwers 

Luitenant-ter-zee Anton van Dijk is op 43-jarige leeftijd commandant van de mijnenjager Zr.Ms. Schiedam. ‘Ik kom uit Den Helder, dus ik ben opgegroeid met zeevaart. In eerste instantie dacht ik aan de koopvaardij, totdat een goede bekende mij de marine aanraadde. Ik zat nog op school toen ik eens een bonnetje uit de Veronica-gids knipte. Een paar maanden later, toen ik het vwo had afgerond, heb ik me aangemeld bij het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) voor een vijfjarige opleiding tot zeeofficier. Daarna ben ik lekker gaan varen, op heel veel verschillende schepen. Ik ben er dus mee opgegroeid, en het bevalt nog steeds goed. Bij de koopvaardij vaar je zo snel mogelijk van A naar B; bij de marine is het veel leuker: je werkt in een team, en neemt de meest onlogische routes van A naar B.’ 

Hoe ziet het team op zo’n mijnenjager eruit?
‘We varen met een team van 38 mensen. Het is een heel diverse groep, want niet iedereen is direct betrokken bij het opsporen: je hebt ook mensen nodig om het schip varende te houden, zoals een technische dienst. En we moeten ook eten. De experts voor dit werk zijn het EOD-opgeleide duikteam, de mijnenjachtcentrale die met sonar kijkt wat er op de zeebodem ligt, en een team om de robot te bedienen.
Ik ben de commandant, maar heb als mijnenbestrijdingsofficier ook kaas gegeten van het werk in de mijnenjachtcentrale, en ik ben als duiker opgeleid.’ 

De meeste mensen hebben wel van een mijnenveger gehoord. Maar wat is een mijnenjager?
‘Zeemijnen zijn al een oud wapen: twee eeuwen geleden waren het kruidvaten die, eenmaal aangestoken, in het water werden gegooid. Wij hebben te maken met mijnen die ontploffen als ze een schip aanraken en mijnen die metaal of geluid detecteren. Mijnenvegen betekent dat je over de mijn moet varen met een veegtuig dat heel veel geluid maakt of veel magnetisme opwekt. Daarmee activeer je de mijn, dus hij ontploft. Een mijnenjager probeert de mijn juist niet te activeren: we varen er niet overheen, maar zoeken de zee af met onder meer sonar. Een mijnenjager is ontworpen om die mijnen op te sporen en onschadelijk te maken, maar is heel stil en a-magnetisch. Vinden we een mijn, dan zenden we een duiker of een robot om hem onschadelijk te  maken.

‘Met een paar mijnen kun je makkelijk de hele economie van een land verstoren’

Zijn er nog veel mijnen uit de Tweede Wereldoorlog?
‘Exacte aantallen zijn niet te noemen, want we weten niet hoeveel mijnen er gelegd zijn, noch hoeveel er geruimd of ontploft zijn. Er liggen nog duizenden mijnen in de Noordzee. En vergeet ook niet de vliegtuigbommen die door de geallieerden die van Duitsland terugkeerden in zee gedropt werden om veilig te kunnen landen. Die mijnen zijn inmiddels zo oud dat ze op de zeebodem liggen. De sensoren werken meestal niet meer. Als vissers ze in hun netten naar boven halen, dan kunnen ze bij contact nog wel afgaan. In 2005 zijn zo nog mensen om het leven gekomen. Dus over het algemeen laat een visser zo’n mijn meteen terugzakken en geeft hij de locatie aan ons door. Ook worden er tegenwoordig veel windmolens gebouwd op de Noordzee. Wij kijken dus voor elke windmolen of de bodem daar veilig is.
‘Overal ter zee worden steeds modernere mijnen gedropt, want met slechts een paar mijnen kun je al makkelijk de hele economie van een land verstoren. Wij dragen er een steentje aan bij om dat weer op te ruimen. Aan boord van een mijnenjager weet iedereen hoe nuttig wij zijn als we ingezet worden: iedereen is erbij betrokken om de zee veiliger te maken. Van elke mijn die we vinden worden we weer blij – het is vooral genieten als we die met een mooie plof uitschakelen.’ 

Worden jullie ook voor algemenere taken ingezet? 
‘We zijn een oorlogsschip. We kunnen geen raketten afvuren, maar we zijn wel bewapend. Als militairen kunnen we voor verschillende taken ingezet worden. Zo ondersteunen we de kustwacht, dus op zee houden we onze ogen en oren open. Er wordt soms wat gewoontjes gedaan over ons werk, maar voor ons is het gevaar bijna constant aanwezig. Want als wij op de Noordzee explosieven gaan ruimen, dan is dat geen oefening, dat kan echt gevaarlijk zijn.’

‘Van elke mijn die we vinden worden we weer blij’

Wat betekent de dreiging van Rusland voor jullie werk? 
‘In de Oostzee liggen nog verschrikkelijk veel explosieven, en we blijven daarnaar zoeken. Maar je ervaart nu wel een bepaalde dreiging, want ook de Russen varen daar. Je moet er vooral voor zorgen dat een situatie niet escaleert. Zeker nu de Nord Stream-pijplijn – mogelijk door sabotage – beschadigd is geraakt, nemen we extra voorzorgsmaatregelen, zodat we er bijvoorbeeld niet van beschuldigd kunnen worden dat we met het detoneren van een mijn een pijplijn beschadigd hebben. 
‘In 2025 verwachten we de eerste schepen met nieuwe mijnenruimcapaciteiten. De huidige platformen functioneren prima, maar het hele concept verandert: in de toekomst kunnen we ons schip ver buiten gevaarlijk gebied houden en jagen we met op afstand bestuurbare bootjes, een kleine helikopter en onderwaterdrones. De data kunnen we dan op het schip analyseren en vervolgens tot actie overgaan. We zijn de eersten ter wereld die deze schepen ontwikkelen, samen met België.’ 

Sinds eind januari maakt Zr.Ms Schiedam onderdeel uit van het NAVO vlootverband SNMCMG1 (Standing NATO Mine Countermeasures Group One). Dit is een van de twee vlootverbanden van de NAVO, gespecialiseerd in mijnenbestrijding, die 24/7 inzetbaar is voor ernst inzet. SNMCMG1 is actief in de Noord-Atlantische Oceaan, de Noordzee en Oostzee.


‘Duiken is nooit een oefening’

Marinier eerste klas Roel van Gerven heeft na zes jaar bij het Korps Mariniers zijn carrière een andere richting gegeven: hij is sinds enkele weken duiker op de mijnenjager Zr.Ms. Schiedam. 

‘Ik ben bij Defensie gaan werken, omdat ik niet graag stilzit: ik ben heel actief aangelegd en zocht dus een beroep met een fysieke, sportieve kant. Bij Defensie werken was niet per se een jongensdroom, maar de stap is me wel goed bevallen. Na zes jaar bij het Korps Mariniers zocht ik een nieuwe functie, en ik hoorde goede verhalen over de duikopleiding. Met de fysiek/medische keuring zat het wel snor, en ik kwam ook de psychologische keuring door. De opleiding duurde negen maanden, waarbij je het normale duiken leert, maar ook het duiken met zo’n koperen helm traint. Verder leer je om op mijnen te jagen, met een apart duiksysteem dat het water minder verstoort, zodat je rondom de mijnen veiliger kunt werken. 

‘Ik ben direct betrokken bij het ruimen van oude of nieuwe mijnen die verspreid liggen rondom Europa. Zo liggen er nog veel mijnen uit de Tweede Wereldoorlog in de Noordzee, maar laatst hebben we ook mijnen uit de Eerste Wereldoorlog geruimd in de baai van Riga. 

‘Het schip heeft de faciliteiten om een mijn op te sporen. Dat kan met behulp van de sonar onder het schip die vanuit de centrale wordt bediend, of met op afstand bestuurbare drones, die ook met sonar werken. Wordt er een mijn gevonden, dan zal er ook een duiker naar beneden moeten om de mijn ook daadwerkelijk te identificeren en te detoneren. Zonde om er elke keer een dure robot heen te sturen als een duiker ook adequaat is. 

‘Als duiker ben je bijna nooit op oefening: als wij op pad gaan, dan is het altijd “in het echie”. Helaas hoor je ook weleens over fatale ongelukken met duikers. Dus moet je erop letten dat het geen sleur wordt, want dan kun je fouten gaan maken. Ik blijf me altijd bewust van het eventuele gevaar.’ 

Hoe bevalt het leven aan boord? 
‘Als marinier heb ik wel op schepen gezeten, maar je rol is die van infanterist. Nu heb ik echt een functie aan boord, en mijn zeebenen heb ik inmiddels dus wel redelijk gevonden. Je moet er ook tegen kunnen dat je langere tijd van huis bent: ik ben net terug van een maand varen, dan ga ik weer een week weg, en tegen het eind van het jaar ben ik drie maanden op zee. Soms ben je een week onderweg en dan moet je opeens echt aanpoten: dan ben je van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat mijnen aan het ruimen. Dus het is hard werken, gecombineerd met hard ontspannen.’ 

Dit bericht verscheen eerder in de Militaire Courant van maart 2023.

De Militaire Courant is mede mogelijk gemaakt door Noventas verzekeringen

Eén gedachte over “Mijnenjager Schiedam: ‘Voor ons is het gevaar bijna constant aanwezig’

  1. Wat een leuk verhaal van de Schiedam, oude herinneringen komen boven als kplrrmnt op de Hr Ms Drunen M818, van 1971 tot 1974.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.