Moed en hoogmoed

In september 1944 werd er van alle kanten ingebeukt op nazi-Duitsland. De Sovjets rukten op vanuit het oosten, de Britten en Amerikanen hadden Italië en Frankrijk in handen. In het zuiden van de Lage Landen keken de bewoners reikhalzend uit naar geallieerde tanks.

 Door Erik de Vries Lentsch

Om de gewenste doorstoot naar Duitsland te maken, beschikten de Anglo-Amerikaanse strijdkrachten over een nieuw opgericht onderdeel: het Eerste Geallieerde Luchtlandingsleger. Waar kon het worden ingezet? Talrijke plannen werden gesmeed, maar sneuvelden op het laatste moment. Uiteindelijk kwam men uit op Operatie Market Garden, het noodlottige plan om de bruggen bij Nijmegen en Arnhem te veroveren met massale luchtlandingen. Het bleek volgens de mythe ‘a bridge too far’: de geallieerde troepen leden een nederlaag, ondanks kranig verzet.

Maar naast de moed die de soldaten aan de dag legden, heersten in het geallieerde kamp ook hoogmoed en koppigheid, vooral bij de legerleiding. Dat is althans de mening van 26-27 Auteursfoto Slag om Arnhem - Antony Beevor - foto door John FryAntony Beevor. De befaamde Britse historicus heeft een nieuw boek gepubliceerd: De Slag om Arnhem, waarin hij licht werpt op de besluitvorming rondom Market Garden en op de bloedige uitwerking ervan. Hij baseert zich daarbij op een wijd scala aan bronnen, waaronder enkele nieuwe. Ik sprak de schrijver over zijn bevindingen.

 

Als medeoorzaak voor de mislukking wijst u naar de koppigheid van sommige commandanten, de Britse veldmaarschalk Montgomery in het bijzonder.

‘Dat geldt wel vaker voor mislukkingen in oorlogen, ben ik bang. Wat betreft Montgomery en Market Garden: de operatie was zijn manier om de controle over de geallieerde strategie over te nemen. Als hij als eerste noordwaarts de Rijn kon oversteken, dan zou opperbevelhebber Eisenhower hem wel moeten ondersteunen met bevoorrading en met manschappen. Hij wilde zich in de startblokken manoeuvreren om een invasie van de Noord-Duitse Laagvlakte te leiden.

‘In de Tweede Wereldoorlog waren generaals voor het eerst omringd door journalisten. Dat zorgde ervoor dat sommigen geobsedeerd raakten door hun persoonlijke publiciteit. Montgomery ook, tot op zekere hoogte. Hij maakte af en toe belachelijke opmerkingen. “Zie je deze baret?” zei hij tegen de privésecretaris van de Koning. “Die is twee divisies waard. Zodra de soldaten mijn baret zien, zeggen ze ‘Daar is Monty!’ en zijn ze bereid om de vijand aan te vallen.” Ongelooflijk, zo’n mentaliteit!’

Wat verraste u in de bronnen?

‘Toen ik door de papieren heenging van de stafchef van generaal Brereton [bevelhebber over het Eerste Luchtlandingsleger], werd duidelijk wat er mis was gegaan in de planning. Montgomery probeerde zijn mening door te drukken bij het Eerste Luchtlandingsleger zonder daarover eerst te overleggen. Hij moest de plannen officieel samen met Brereton uitwerken, maar hij weigerde met hem te praten!

‘Toen generaal Browning de leiders van het Luchtlandingsleger met het plan confronteerde, zeiden ze: “We kunnen niet op ieder sleepvliegtuig twee zweefvliegtuigen meenemen, en we kunnen niet twee sleepvluchten per dag maken.” De details van die vergadering heb ik nog niet in eerdere verslagen gezien.

‘Browning had direct rechtsomkeert moeten maken om tegen Montgomery te zeggen: “We moeten de hele boel herzien of afblazen.” Maar Browning stond te springen om ten strijde te trekken en Montgomery liet zich door niemand iets vertellen.’

 

U schrijft dat het Nederlandse Verzet overschat werd door de Duitsers. Hoe zo?

‘De Duitsers koesterden het idee dat ze in opstand zouden komen op een zogenaamde “Bijltjesdag” en hen zouden vermoorden in hun slaap. Vooral de Duitsers in Den Haag en Paratroopers Under Artillery FireAmsterdam waren daardoor geobsedeerd. Het Nederlandse Verzet beschikte niet over bergen of bossen om een gewone partizanenoorlog te voeren, en dus concentreerden ze zich op spionage en op de ontsnappingsroutes voor neergehaalde piloten.

‘Als geallieerde aanvaller heb je alle hulp nodig van ondergrondse organisaties om transporten te verstoren. De Spoorwegstaking maakte de Duitsers ziedend en daarom hielden ze wraakacties – niet alleen op de spoorwegwerkers maar op de gehele bevolking, door te korten op voedsel en de havens van Rotterdam en Amsterdam op te blazen. Vandaar dat Market Garden direct met de Hongerwinter te maken had. Dat heeft me altijd een beetje gestoord aan eerdere verslagen van de operatie; ze waren puur militair en lieten na te tonen hoe de burgers leden en wat de rampzalige gevolgen van Market Garden waren.’

Verwacht u in Engeland een negatieve reactie vanwege uw kritische houding?

‘Het Britse establishment kon achteraf niet erkennen dat de operatie een afschuwelijke ramp was geweest. Ze moesten doen alsof het “net niet was gelukt, maar het was het proberen waard”. Nou, nee, het spijt me. Misschien krijg ik een reactie, we zullen zien, maar ik maak me niet zoveel zorgen. Want de persoon voor wie we allemaal buigen, Sir Michael Howard,’ – Beevor vouwt zijn handen in ontzag voor zijn collega-historicus – ‘heeft het boek gelezen, en hij vond mijn oordeel helemaal niet te hard.’

26-27 Omslag beevor-de slag om arnhem-cmyk

Anthony Beevor, De slag om Arnhem, vertaling: Bep Fontijn, Willem van Paassen en Pieter de Smit, Uitgeverij Ambo|Anthos, 544 pagina’s (€ 34,99)

Dit interview verscheen eerder in de Militaire Courant van juni 2018

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.