Christophe van der Maat is op 10 januari 2022 aangesteld als staatssecretaris van Defensie. Zijn taak: het revitaliseren van Defensie tot een moderne organisatie die niet alleen zijn taken goed kan uitvoeren, maar ook aantrekkelijk is om voor te werken.
‘Ik had van kinds af aan wel interesse in Defensie en dacht erover om me aan te melden bij de KMA,’ vertelt Van der Maat. ‘Maar uiteindelijk kwam ik terecht bij bestuurskunde en internationaal recht, waar ik een master oorlogsrecht deed. Na zeven jaar als gedeputeerde in Noord-Brabant, besloot ik om iets anders te doen. Ik sprak met de VVD over het type uitdagingen waarin ik een rol wilde spelen en daar kwamen twee functies uit, waarvan eentje als staatssecretaris voor Defensie.’
U kreeg wel bijna meteen te maken met het uitbreken van de oorlog in Oekraïne. Wat betekende dat voor uw werk?
‘Nou, Defensie was al hard aan vernieuwing toe, en de regering zocht iemand die in het hoogste haalbare tempo met de organisatie verbinding met de samenleving aan kan gaan en die niet bang is om nieuwe paden in te slaan om de organisatie verder helpen te versterken. Dat komt goed uit, want ik ga echt niet op de winkel passen: ik ben iemand van innovatie en opbouw.’
‘Ik ga echt niet op de winkel passen: ik ben iemand van innovatie en opbouw’
Er was vóór Oekraïne al twee miljard extra voor Defensie gealloceerd, toen die oorlog uitbrak werd dat bedrag meer dan verdubbeld naar vijf miljard. Welke impact had dat?
‘Ik zat nog midden in het proces van het maken van een Defensienota, die uitlegt wat we met de gereserveerde twee miljard wilden doen, toen we er ineens geld bijkregen. We moesten dus nieuwe beslissingen nemen, met een organisatie die is ingericht op controle, kostenefficiency, en centralisatie, maar die nu in één klap om moet naar decentraal, snel, hoogdynamisch, start-up, innovatie en ontwikkeling.’

Vijf miljard extra is een fors bedrag. Wat besloot u daarmee te doen?
‘Het oorspronkelijke bedrag was eigenlijk voor niet meer dan achterstallig onderhoud, met een héél klein beetje innovatie en ontwikkeling. Met het extra geld kunnen we meer in innovatie en ontwikkeling steken, bijvoorbeeld om de vuurkracht te versterken van onze pantserhouwitzers en fregatten, het derde support squadron van F-35’s vol te maken – en we hebben er een paar reapers bij.’
Heb je, vanwege Oekraïne, niet de neiging om te zeggen: laat vastgoed maar even zitten, we hebben meer wapens nodig?
‘Nee, onze Defensienota is niet geschreven voor Oekraïne: dit gaat over het herstel en de versterking voor de oorlog die daarna komt! We kijken daarnaast wel hoe we Oekraïne kunnen helpen.’
Waar heeft u de prioriteiten gelegd?
‘Wij hebben drie kerntaken: ons grondgebied beschermen, bijdragen aan de internationale rechtsorde en stabiliteit, en ingrijpen bij een crisis. Rusland is alleen al reden genoeg voor een enorm sterke krijgsmacht: onze Oostflank is misschien niet onze landsgrens, maar wel de rand van onze veilige manier van leven. En dan de cyberdreiging: iedere dag worden er bedrijven en overheidsinstellingen aangevallen, dat wordt alleen maar erger de komende jaren. Ook zal de toekomstige manier van oorlogvoeren voor een groot deel unmanned zijn. Dat zien we nu al in Oekraïne, dat is waarschijnlijk het begin van een hele andere manier van oorlogvoeren. Het is nu voor een land dat kwaad wil een stuk makkelijker om vervelend te doen, zolang je het geld maar hebt.’
En wat betekent dat voor onze rol in het handhaven van de internationale stabiliteit?
‘Amerika heeft gelijk als het zegt dat de Europese NAVO-landen hun eigen broek moeten ophouden. We zijn de afgelopen decennia te naïef geweest; we hadden al veel verder moeten zijn dan waar we nu staan. De oorlog in de Krim en nu in heel Oekraïne waren wel een reality check. Willen we als NAVO niet afhankelijk zijn van derden, dan moeten we bereid zijn om daarvoor de prijs te betalen.’

Ik begrijp dat een fors deel van het budget naar personeel gaat…
‘Personeel is onze belangrijkste en ingewikkeldste opgave. We hebben de komende jaren al sowieso twintigduizend mensen nodig. Dat is een gigantische opgave. Dat lukt alleen als we weggaan van het idee van one-size-fits-all. Ik was me als achttienjarige er ook niet bewust van wat je allemaal kunt doen bij Defensie. En dat je niet veertig jaar in dienst hoeft te blijven. Dat beeld moeten we bijschaven. Ik wil het bijna mentale hek rondom kazernes weghalen en ervoor zorgen dat Defensie meer onderdeel wordt van de Nederlandse samenleving. Het moet veel normaler worden dat je tijdens je carrière een moment neemt om een bijdrage te leveren aan Defensie.’
Hoe wilt u Defensie interessanter maken als werkgever?
‘Mensen moeten op verschillende manieren kunnen in- en uitstappen. We kijken dus naar meer maatwerk en meer mogelijkheden. Neem het “dienjaar”: jaarlijks nemen 18.000 jongeren een tussenjaar, en wij bieden ze nu de mogelijkheid om die bij Defensie door te brengen. Dat geldt ook voor mensen met specifieke beroepen – zoals technici en mensen uit de zorg. Voor hen kan een carrière bij Defensie een te grote stap zijn, maar wel interessant als tussenjaar. Plus: je hoeft niet te voldoen aan álle eisen van een militaire keuring. Want waarom zouden we je over een stormbaan jagen als je bijvoorbeeld vooral achter de computer zit? Je wordt alleen nog maar getest op wat je taak is. We kijken dus wat wij moeten doen om jouw carrière voor jou mogelijk te maken. Dat is een totale ommekeer naar een strategisch personeelsmanagement, dat past bij deze tijd.
‘Verder bieden we commandanten en kazernes de mogelijkheid om regionaal te werven, en willen we ervoor zorgen dat mensen tot op latere leeftijd bij ons kunnen blijven werken. En we kijken of we wel iedereen fulltime in dienst willen hebben: je kunt ook waar nodig reservisten en het bedrijfsleven inschakelen, of diensten inkopen: dat is een schaalbare krijgsmacht.’
Een belangrijke reden voor mensen om niet bij Defensie te werken, of om daar afscheid van te nemen, is de druk op de werk-privébalans.
‘Inderdaad: militairen wordt vaak gevraagd om voor langere termijn elders te werken. Ik heb zelf ook een klein manneke thuis, en het is niet makkelijk om werk en privé te combineren. Ik wil dus dat Defensie zich gaat concentreren op een aantal locaties, zodat mensen minder hoeven te verhuizen. Daar gaan we met ons vastgoed ook op anticiperen.
‘Het moet veel normaler worden dat je tijdens je carrière een moment neemt om een bijdrage te leveren aan Defensie’
‘De manier waarop onze organisatie functioneert gaat ook veranderen, van een trage en logge organisatie naar een dynamisch, snel en open systeem. Zo dynamisch en flexibel als we in het veld wél zijn. We zijn nog steeds aan het uitzoeken hoe dat zit: de kernkwaliteit van de mensen is echt fantastisch, maar de frustratie begint als zij iets moeten van de organisatie. We gaan dat up-to-date brengen, niet alleen het systeem, maar de hele hiërarchische cultuur.’
Dit klinkt als bittere noodzaak.
‘We hebben sinds COVID-19 te maken met een lagere instroom en een hogere uitstroom. Onze nieuwe wervingscampagne slaat goed aan, en we zien een verhoogde interesse voor Defensie. Ook het nieuwe cao-akkoord heeft voor een flinke plus gezorgd. Dus er wordt meer gesolliciteerd. Maar het is nog niet voldoende. We lopen dus de facto leeg – en dat is voor het eerst. We weten niet of het een trend is, maar de alarmbellen gaan wel af. Een van mijn belangrijkste taken is het positioneren van Defensie als een aantrekkelijke werkgever.
‘Werken voor Defensie, al is het maar een jaar, is absoluut de moeite waard. Het is een investering in je persoonlijke ontwikkeling waar je nooit spijt van gaat krijgen. Denk ook aan de kameraadschap, de dingen die je bij Defensie beleeft en alleen bij Defensie mag doen, maar ook: ik geloof er echt in dat als je kunt laten zien dat je uit eigen motivatie hebt bijgedragen aan de vrede en veiligheid van Nederland, dat dat iets betekent, dat ook door je omgeving wordt gezien. En we betalen tegenwoordig goed – dat helpt ook!’
‘Werken voor Defensie, al is het maar een jaar, is absoluut de moeite waard’
‘Mensen onderschatten de impact van het werk bij Defensie. Bij een van mijn eerste werkbezoeken in Havelte mocht ik met een jonge militair mee over de hei scheuren in een CV90. Dan besef je dat hij als 21-jarige een enorm stuk staal onder het stuur heeft zitten. Hij had voorheen een reputatie van hard rijden op de weg, maar sinds hij bij Defensie werkt en verantwoordelijk is voor een team, doet hij dat niet meer. Dat soort verhalen van mensen die in het veld actief zijn, vind ik het meest indrukwekkend. Deze jonge mannen en vrouwen hebben grote verantwoordelijkheden die kunnen leiden tot leven of dood van hun teamleden. De meeste mensen hebben daar geen beeld bij. Ikzelf maakte me op die leeftijd druk of ik mijn tentamen wel ging halen! Het zou mooi zijn als meer mensen konden inzien dat zij echt bereid zijn hun leven te geven, opdat wij in een veilige samenleving kunnen leven.’
Christophe van der Maat is jurist, bestuurskundige, VVD-politicus en tot begin dit jaar lid van de Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant. Sinds 10 januari 2022 is hij staatssecretaris van Defensie.
(foto’s: Ministerie van Defensie)

Dit artikel is eerder verschenen in Militaire Courant van december 2022.
De Militaire Courant is mede mogelijk gemaakt door Noventas verzekeringen
