Nederlandse hulp in Turkije: ‘Die blik in de ogen van een kind vergeet je nooit meer’ 

Een paar weken geleden werden Turkije en Syrië opgeschrikt door een verwoestende aardbeving. En inmiddels is de derde beving een feit. Direct werd er vanuit de hele wereld hulp geboden en werden er reddingsteams gestuurd. Ook Nederlandse hulptroepen zijn sinds het begin bezig om zoveel mogelijk overlevenden te redden.  

Door Rinke van der Plaat

Op 6 februari werden delen van Turkije en Syrië getroffen door een van de zwaarste aardbevingen in het gebied ooit. De gevolgen waren verschrikkelijk. Op 19 februari zijn 46.000 doden en talloze gewonden geregistreerd, terwijl duizenden gebouwen ingestort zijn. En deze aantallen zullen nog stijgen. Vorige week werd het gebied opnieuw getroffen door zware aardbevingen. Initieel zijn daar minimaal 10 doden geteld en meer dan 500 gewonden. En enkele dagen geleden was het weer raak. 

Ook Nederland heeft zich vanaf het begin ingezet om zoveel mogelijk overlevenden te redden. Maar hoe ziet die Nederlandse inzet eruit? 

Direct na de eerste aardbeving stapte het Nederlandse Urban Search and Rescue-team (USAR) in het vliegtuig om hulp te bieden in de getroffen gebieden. Het USAR-team heeft 65 leden, waaronder militairen, verpleegkundigen, zoekpersoneel, et cetera. De militairen zijn onder meer belast met de planning van de hulpverlening. Het USAR-team werd gebracht door een C-17 transportvliegtuig en nam 15 ton materieel en gereedschappen mee. Het USAR-team is vaker ingezet bij verschillende rampen in het buitenland. Zo hielp het team in Beiroet na de explosie in 2020 en op Sint Maarten na de orkaan Irma in 2017. 

Vliegende ambulance

Een paar dagen later werd besloten dat Defensie ook een C-130 Hercules transportvliegtuig met medische faciliteiten naar Turkije zou sturen. Deze ‘vliegende ambulance’ werd ingezet op verzoek van de Turkse overheid. Het vrachtruim van deze C-130 is omgebouwd en kan per vlucht maximaal 70 personen transporteren. Aan boord krijgen zij zorg van medici. De Turkse overheid wil met dit vliegtuig gewonden uit het rampgebied verplaatsen naar andere plekken in Turkije. Zo kunnen zij de medische hulp krijgen die ze nodig hebben. 

Een vliegende ambulance (c) USAR

Orde in de chaos

Niet alleen Nederland stuurde een USAR-team. In totaal werden er 58 internationale teams naar Turkije gestuurd om naar overlevenden te zoeken. Deze teams worden gecoördineerd door de Nederlandse luitenant-kolonel Marco Gäbler. Over het werk van de USAR-teams zei hij het volgende: ‘We proberen orde in de chaos te scheppen. Niet als een kip zonder kop door het gebied gaan rennen, maar planmatig te werk gaan. Zo denken we dat we de meeste levens kunnen redden.’

Resultaten 

De internationale teams wisten in de eerste week meer dan 200 mensen levend onder het puin vandaan te halen. Het Nederlandse team redde 12 mensen. Teamleider Job Kramer liet bij de NOS weten trots te zijn op dat aantal. ‘Ik besef dat het aantal geredde mensen in schril contrast staat met het aantal doden, maar twaalf is voor ons heel veel. We hebben nog nooit zoveel mensen gered bij een aardbeving.’

Een hoogtepunt was de redding van een achtjarige jongen. ‘Elke redding is natuurlijk bijzonder, maar deze kwam op een moment waarop we het eigenlijk niet meer verwachtten. En toen bleek ook nog eens dat het ging om een kind, dat ook nog relatief ongedeerd is. Die blik in zijn ogen vergeet je niet meer.’ 

Plekje geven

Het USAR-team vloog twee weken geleden terug naar Nederland. De dagen na hun thuiskomst werd er veel aandacht besteed aan mentale verwerking. ‘Dan doen we voor elkaar, maar we krijgen ook externe ondersteuning,’ vertelt Kramer. ‘Met ruimte voor emoties en verhalen, om alles een plekje te kunnen geven. Dit zal voorlopig nog niet voorbij zijn.’ 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.