‘Niets zeggen, daar ben ik goed in’

‘Papa, je bent een held.’ Zo begint het theaterstuk Operatie Geslaagd. Als De Denker van Rodin zit Erik Krikke (42) op het podium. In 2007 werkte hij als operatieassistent in het Afghaanse Kandahar, een ervaring waarvan hij dacht verrijkt terug te komen. De harde realiteit was anders en hij zwijgt lange tijd over zijn ervaringen, want: ‘Niets zeggen, daar ben ik goed in.’

Door Niels Roelen

In de coulissen van het theater op de kazerne in Oirschot ontmoet ik Krikke voor een gesprek.

Je hebt me eerder gevraagd naar je theaterstuk te komen kijken, maar ik stelde mijn komst steeds uit.

‘Waarom?’

Vanwege de inhoud. Zelf heb ik geen PTSS, maar de kans is groot dat ik mijzelf vanavond tegen ga komen.

‘Dat is dan mijn cadeau aan jou. Ik krijg dat vaker te horen van (oud-)militairen die mijn voorstelling bezoeken. Ze worden meegenomen door hun partner en krijgen tijdens de show kippenvel of ze moeten huilen. Dat het iets teweeg brengt, hoeft niet goed of slecht te zijn. Mensen zijn bang voor dit soort reacties, zeker omdat sommigen pas vlak voor de voorstelling voor het eerst met een naaste over hun missie hebben gesproken.’

Hoe merk je dat bezoekers bang zijn om zichzelf tegen te komen?

‘Ik zie dat al als de zaal zich vult. Mensen gaan vaak aan de zijkant zitten, want vanaf die plek kun je het makkelijkst weglopen als het je even teveel wordt. Het is ondertussen een onderdeel van de show, dus laten we het gebeuren. Je kunt altijd terecht bij iemand van het Veteraneninstituut, want een medewerker van deze organisatie is bij elke voorstelling aanwezig. Zelf ben ik de dag na een voorstelling ook nog steeds gesloopt en moet ik echt bijkomen.’

Waarom doe je jezelf dat aan?

‘Het is voor mij een stok achter de deur om over mijn ervaringen en PTSS te blijven praten. De amplitude van dal naar top wordt steeds minder, maar ik heb nog steeds mijn slechte dagen. In die zin is het gelijknamige boek dat ik eerder over mijn ervaringen heb geschreven, maar ook dit theaterstuk, niets anders dan keiharde therapie.’

Houd je het probleem dan ook niet in stand?

‘Ik denk van niet. Veel mensen die terugkomen van een missie zijn ervan overtuigd dat ze iets goeds hebben gedaan. Ik vond mijzelf juist een enorme klootzak, omdat ik bijvoorbeeld mensen zonder benen, die mij vroegen of ik ze dood wilde maken, terug de woestijn in heb gestuurd. Ik handelde tegen de wil van mijn patiënten in en dat strookte niet met mijn eigen morele waarden. Ik merk dat het mensen helpt als ik mijn ervaringen deel, inclusief alle ellende. Dat is iets heel waardevols.’

Werd je bij terugkomst in Nederland iets verweten?

‘Dat weet ik eigenlijk niet. Ik had geen zin om over mijn ervaringen te praten en van de vrienden die doorvroegen, nam ik afscheid. Ik was heel onredelijk en joeg ze weg, waardoor ik in een steeds groter isolement belande. Ik wilde niet meer terugkijken op wat er in die maanden in Afghanistan was gebeurd en juist alleen maar vooruitkijken naar de toekomst. Dat heb ik een paar jaar volgehouden, maar op een gegeven moment is het foute boel.’

Zag je het als oplossing om alles dat voor je missie was gebeurd te laten verdwijnen of kapot te maken?

‘Ja, maar dat werkte natuurlijk niet. Vakinhoudelijk was mijn missie de meest interessante periode van mijn leven, maar doordat ik in Afghanistan mijn mond niet open heb gedaan, is het fout gegaan. Ik maakte er steeds hardere grappen over, maar sprak bijvoorbeeld nooit over wat ik die dag had meegemaakt.’

Er valt een stilte, want zwijgen daar is Krikke goed in. Zelden was een stilte echter zo veelzeggend.

Speellijst
13 april: Agora Theater, Druten
11 mei 2019: Marechausseemuseum, Buren
16 mei 2019: Kamp Holterbroek, Eibergen

Dit artikel is geplaatst in de Militaire Courant editie februari 2019. Klik hier om meer over deze editie te lezen.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.