Prideweek: Interview met brigadegeneraal Solkesz

‘Het gaat om inhoud, niet om de verpakking’

Deze week is de Canal Pride in Amsterdam. Ter gelegenheid hiervan heb ik een aantal mensen geïnterviewd die behoren tot de groep LHBT+ binnen Defensie. In dit interview spreek ik met Brigade-generaal Arco Solkesz, die al sinds 1984 bij Defensie werkt, en die rond ’98 uit de kast kwam.

Door Inge Kommeren

Generaal Solkesz werkt inmiddels 37 jaar bij Defensie. Hij begon als dienstplichtige, vertelt hij. ‘Ik wist absoluut niet wat ik moest gaan studeren na de middelbare school. Toen zei mijn moeder: “Je moet ook nog de dienst in. Misschien is het verstandig om dat nu te doen, dan kan je daar nog anderhalf jaar over nadenken.” Tijdens mijn dienstplicht werd ik pelotonscommandant bij 146 Werktroepencompagnie. Ik was 19 jaar, en ik mocht leidinggeven aan dertig soldaten, met drie sergeanten. Nou, ik vond dat ontzettend leuk. Toen zei mijn bataljonscommandant op een gegeven moment: “Goh Arco, heb je er wel eens over nagedacht om naar de KMA te gaan? Dat is ook een studie, kun je studeren, en dan heb je daarna ook een fantastische baan waar je datgene wat je nu leuk vindt de rest van je leven zou kunnen doen.” Tja, zo gezegd, zo gedaan. Uiteindelijk ben ik dus in 1985 naar de KMA gegaan, en heb ik daar een logistieke studie gedaan.’
Daarna heeft hij veel verschillende functies binnen Defensie vervuld. ‘Zo ben ik in 1995 uitgezonden geweest naar Bosnië en heb ik in 1997 mijn stafdienst gedaan. Dat was een verplichte opleiding om majoor te worden. Daar kreeg ik een positief advies om de hogere militaire vorming te volgen. Daarmee word je ‘gedespecialiseerd’, zoals dat zo mooi heet. Oftewel, dan ben je niet meer alleen van de logistiek, maar wordt er verwacht dat je ook andere dingen doet. Zo ben ik verzeild geraakt in het P&O (Personeel en Organisatie)-domein, en heb eigenlijk sindsdien functies afgewisseld tussen Operationele Logistiek en P&O. Overigens ben ik in 2006 nog uitgezonden geweest als J5 (Plans) van een Duits Hoofkwartier, naar Mazar-e-Sharif in Afghanistan. Ik ben nu, sinds twee jaar al weer, geplaatst in Zuid-Duitsland als Chief of Staff van het Joint Support and Enabling Command.’

Uit de kast komen
Uit de kast komen was voor generaal Solkesz, net als ieder ander, erg spannend, zeker in een tijd waarin homoseksualiteit bij Defensie nog steeds minder ‘normaal’ was dan nu. ‘Dan spreken we over 1998, en ik was toen vierendertig jaar. Ik had toen mijn huidige vriend Daniël al, die ik sinds eind 1995 ken. Je weet gewoon, er is een way of no return. Als je uit de kast komt, dan is het ook zo, en dan verandert het nooit meer. Die keuze had ik natuurlijk voor mezelf al wel gemaakt, maar ja, dan is het toch nog erg spannend. Hoe gaat de omgeving reageren? Hoe gaan je ouders reageren? En voor Defensie was het vooral: hoe gaan de collega’s reageren? En wat gebeurt er verder met mijn loopbaan? Heeft het consequenties voor mijn opleiding? Ik had natuurlijk al wat jaren bij Defensie erop zitten, maar die onzekerheid bracht toch een vorm van stress met zich mee. De reacties waren uiteindelijk heel divers; een groot aantal mensen zeiden: “Nou, Arco, fijn dat je het vertelt, maar dat wisten we al jaren,” tot “Goh, wat stoer en wat dapper dat je dat doet.” Dat is dan een beetje hoe dat gegaan is uiteindelijk. Maar het was ook een spannende periode, dat moge duidelijk zijn. Ik denk overigens dat dit voor iedereen geldt, hoe oud je ook bent.’
De reacties waren over het algemeen positief, maar generaal Solkesz denkt dat dit ook met zijn rang te maken had. ‘Voor mij was het toch anders, omdat ik officier ben. Zeker toen ik vierendertig was. Ik was kapitein, en ik zou een half jaar later majoor worden. Ik heb nooit in directe zin negatieve reacties naar mij ervaren. Misschien omdat ze dat niet durven, dat zou best kunnen. Maar ik weet natuurlijk wel dat er achter mijn rug om wel eens wordt gesproken over mijn homoseksualiteit. Dat hoor je dan van anderen. Maar ik denk dat voor jongeren, en dan met name soldaten, korporaals of jonge sergeanten en luitenants, het een stuk moeilijker is om bij Defensie uit de kast te komen. Verder denk ik dat er nog een onderscheid is tussen de soldaten en korporaals die bij gevechtseenheden werken, zoals de infanterie, cavalerie, artillerie en genie, versus de soldaten die bijvoorbeeld bij de logistieke eenheden werken, zoals de geneeskundige dienst, of de bevoorrading en transport. Ik denk dat dat voor hen een stuk moeilijker is door de cultuur die er heerst bij dat soort eenheden, ook nu nog steeds.’

Brigadegeneraal Arco Solkesz

Leiderschap is alles
Een veilige werkomgeving creëren zit hem vooral in het leidinggeven volgens generaal Solkesz. ‘Ik blijf het zeggen, alles valt of staat met leiderschap. Want als leidinggevenden zich duidelijk tegen elke vorm van ongewenst gedrag keren, dat ook uitspreken en er naar handelen, dan draagt dat er in ieder geval aan bij dat de stap om bijvoorbeeld uit de kast te komen ook makkelijker te zetten is.’
Dat duidelijk zijn belangrijk is, heeft hij zelf ook in de praktijk gemerkt. ‘In 2007 werd ik bataljonscommandant, en toen had ik in de eerste paar weken al te maken met drugsgebruik, alcoholmisbruik, etc. In die eerste vijf weken had ik wel vijftien gevallen op een rij. Ik heb toen het hele bataljon in de filmzaal gehad, en daar duidelijk verteld hoe ik over dit soort zaken dacht. Ik heb daarbij helder gemaakt wat mijn standpunt is ten aanzien van ongewenst gedrag, pesten, vrouwonvriendelijkheid, homoseksualiteit, omgaan met minderheden etc. Ik heb daar gewoon de basisregels voor mijn periode als bataljonscommandant neergezet. En daarbij ook aangegeven: “Beste mensen, als jullie het hier niet mee eens zijn, of denken dat je over deze lijn kan stappen, dan is er voor jou maar één weg, en dat is de uitweg, ofwel, dan ga je wat mij betreft het bataljon uit.” Daarna brak een hele rustige periode aan. Natuurlijk had ik in de twee jaar die volgden nog wel wat akkefietjes met alcohol, of wat dan ook. Maar niet meer in de mate die ik had, en zeker niet ten aanzien van ongewenst gedrag. Leuk was in ieder geval wel dat een homoseksuele soldaat na afloop naar me toe kwam en aangaf dat hij heel erg blij was met dit moment.’

Helder en duidelijk signaal
Defensie moet als organisatie vooral het signaal blijven afgeven dat iedereen welkom is, vindt generaal Solkesz. ‘Ik denk dat dit momenteel al veel gebeurt. En ik moet zeggen dat ik erg blij ben met de manier waarop in algemene zin veel commandanten hier tegenwoordig mee omgaan. Ik vind het dan ook een belangrijk gebaar dat de minister, de staatsecretaris en de commandanten van de defensieonderdelen daar ook altijd een helder standpunt over hebben ingenomen. Dat er ook binnen Defensie ruimte is om bijzondere dagen te vieren zoals de Gay Pride , de Coming Out Day, of wat dan ook, is uitstekend. We staan per slot van rekening ook stil bij de Nationale secretaressedag of de Nationale Vrouwendag. Zo kan ik me nog goed herinneren, dat de voormalig commandant van de NLDA, de Generaal-majoor Nico Geerts, zei: “Ik hijs gewoon op de KMA en het KIM de LHBT-vlag in top, op het moment dat het Coming Out Day is.” Ik weet nog goed dat heel veel mensen daar wel wat van vonden. Met opmerkingen als: ‘Belachelijk’ en ‘we moeten ons daar verre van houden etc.’ Maar het zijn juist dit soort acties die er aan bijdragen dat de acceptatie van LHBT+ door de jaren heen is toegenomen. Het moet niet meer dan gewoon zijn voor de organisatie dat wij vrouwen, collega’s met een andere culturele achtergrond, lesbische vrouwen, homoseksuelen, biseksuelen en/of transgenders binnen Defensie hebben – het maakt me niet uit. Het gaat om het effect, wat de mensen op de mat leggen in het kader van het werk. En dan maakt mij de verpakking helemaal geen bál uit, en al helemaal niet wat ze “thuis” doen.’
Vooral die laatste boodschap is voor generaal Solkesz belangrijk. ‘Nogmaals: ik ben absoluut van mening dat de geaardheid van iemand he-le-maal niets uitmaakt. We hebben ook een flink aantal transgender collega’s bij Defensie. Gelukkig is de organisatie door de jaren heen voor deze collega’s wel iets verbeterd, maar zeker nog niet waar het zijn moet. Ik realiseer me dat er bij heel veel mensen ook weerstand is. Maar dan nog blijf ik zeggen: het gaat erom wat de mensen doen, wat ze betekenen voor de organisatie. Het gaat om inhoud, en niet om de verpakking. Dat is voor mij de centrale boodschap. Ik ben daarom ook super blij met de transgender collega’s die binnen Defensie werken. Voor hen is het vaak nog zo veel moeilijker om uit de kast te komen. De omgeving reageert daar vaak ook echt anders op, zo is mijn ervaring. Ik vind het dan ook ontzettend dapper en moedig om binnen deze organisatie de stap te zetten om in transitie te gaan. Dat is nog zo veel moeilijker dan het ‘alleen maar’ uit de kast komen. Dus wat mij betreft dubbel respect voor juist deze collega’s.’

Voor meer info, kijk op www.shk.nl of www.werkenbijdefensie.nl/lhbt

Eén gedachte over “Prideweek: Interview met brigadegeneraal Solkesz

  1. Ik heb arco solkers als pelotons commandant gehad bij 41 bevo cie te seedorf. Super kerel hoop van geleerd en is iemand die staat voor zijn personeel. Daar kunnen menig iemand een voorbeeld aan nemen.

    Mvg
    (Bd kpl 1 jw kiers

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.