De Luchtmobiele Brigade is sinds de jaren negentig van de vorige eeuw de snel inzetbare lichte infanterie van de Nederlandse Krijgsmacht. Geen zware wapens of pantservoertuigen, spullen worden meestal op de man meegenomen. Transport via vliegtuig, helikopter, parachute of terreinwagen, maar vooral te voet. Niet voor niets is de training voor de Luchtmobiele Brigade heel zwaar. De rode baret moet je verdienen.
Door Jan Louwers
18 april, 23.45 uur. Een nieuwe lichting kaderleden van de Luchtmobiele Brigade komt aan bij de militaire begraafplaats in Oosterbeek. De laatste nacht van de opleiding van acht weken gaat in. Een mars van 25 kilometer naar de Oranjekazerne in Schaarsbergen, waar de rode baret uitgereikt gaat worden. Maar eerst de traditionele ceremonie op de begraafplaats waar 1776 geallieerde militairen hun laatste rustplaats hebben gevonden. Om precies 0.00 uur marcheren de cursisten de begraafplaats op. Het is rustig en donker. Een volle maan geeft genoeg licht om te kunnen zien wat er gaande is. De namen worden voorgelezen van de leden van de Luchtmobiele brigade die de afgelopen 27 jaar zijn gesneuveld tijdens hun inzet.
Vervolgens spreekt Dominee Jan-Derk de Bruin de cursisten toe. Hij benadrukt de verbondenheid tussen de rode baretten in 1944 en 2019. De begraafplaats van Oosterbeek is heilige grond voor leden van de Luchtmobiele Brigade. Tijdens Operatie Market Garden in september 1944 landden er immers Engelse en Poolse luchtlandingstroepen in de omgeving van Arnhem om de brug over de Rijn te veroveren en de troepen die vanuit België oprukten vrije doorgang te geven. Het was een ambitieus plan van Veldmaarschalk Montgomery om na verovering van de brug bij Arnhem door te stoten naar het Ruhrgebied, het industriële hart van Duitsland, en zo voor kerst 1944 de oorlog te beëindigen. Maar dat plan bleek een brug te ver.

Generaal Ron Smits is commandant van de Luchtmobiele Brigade. De Militaire Courant sprak met hem na afloop van de ceremonie waarbij de cursisten hun rode baret ontvingen.
Generaal Smits, kunt u een beeld geven van wat de cursisten de laatste week van de opleiding allemaal voor hun kiezen krijgen?
‘Het is een bijzondere week: alle dingen die eerder in de opleiding aan bod kwamen, komen nu samen. Fysiek zwaar, en ook de mentale belasting is pittig. Je moet alles wat je geleerd hebt laten zien. Wat heb je nodig om een goede Luchtmobiele militaire man of vrouw te zijn? Vaak zijn dat dingen die je ook als mens beter maken. En dan zie je bij de afsluiting dat ze trots zijn als ze de poort binnenlopen, zeker met hun families erbij. Trotse ouders met tranen in hun ogen die hun zoon omhelzen: dat zijn mooie momenten.’
Wat is het meest indrukwekkende dat u als commandant van de Luchtmobiele Brigade heeft meegemaakt?
‘De grote veelzijdigheid: van de inzet met helikopter en parachute, maar ook van de gebieden waar we optreden. De ene keer gaan we mee met Mariniers in de sneeuw, even later oefenen we in Texas met 40 graden samen met de Amerikanen. We draaien missies in Mali, leiden Peshmerga’s op in Irak. De teamspirit is geweldig; hoe met de beschikbare middelen de klus geklaard wordt, daar kun je wel van onder de indruk zijn.’

De inzet van de Britse rode baretten tijdens Operatie Market Garden was heroïsch, maar eigenlijk slecht voorbereid. In hoeverre voelt u zichzelf verantwoordelijk voor hoe en waar uw brigade ingezet wordt, bijvoorbeeld recentelijk in Mali?
‘Dat is primair een politieke keuze, of we wel of niet naar Mali gaan. En dat geldt zeker ook voor Srebrenica. Er gaan verschillende stappen aan vooraf, voordat de beslissing wordt gemaakt om op missie te gaan. Op verschillende niveaus wordt er gekeken: wat gaan we er doen, hebben we de juiste spullen en is dit een haalbare opdracht? De Commandant der Strijdkrachten heeft hierin een belangrijke adviserende rol richting de politiek, waarbij hij zich door de Defensieorganisatie laat adviseren. Als het gaat om de Luchtmobiele Brigade voorzie ik hem dan ook van advies. Prioriteit voor mij is dat de mannen die op missie gaan goed voorbereid zijn en de beste spullen hebben zodat er een zo groot mogelijke kans van slagen van de missie is.’
Als ik mensen binnen Defensie spreek, zijn ze over het algemeen heel trots, maar volgens de media gaat er veel mis en zijn medewerkers ongemotiveerd. Ook de Luchtmobiele Brigade was eind 2017 negatief in het nieuws. Hoe verklaart u dit verschil?
‘Als er veel mensen dicht op elkaar zitten en onder druk staan, dan gebeuren er onderling dingen. Als organisatie moeten wij daarmee om zien te gaan. Tijdens de opleiding geven we de militairen flink wat mee qua normen en waarden, we voeden ze echt op. We spreken ze aan op gedrag wat volgens ons niet passend is. Dat is een continu proces, dat stopt niet na de opleiding. Als iemand over een grens gaat, bijvoorbeeld met een slok te veel op, dan verwachten we ook dat zijn collegae hem daarop aanspreken. Even een kop koffie drinken, tegen een boksbal slaan. En dan hoop je ook dat het stopt.’

Waarom zouden jongeren een baan bij de Luchtmobiele Brigade moeten overwegen?
‘Vanwege, wat ik al eerder aangaf, de veelzijdigheid van het werk. Het is sportief, je doet trainingen met bijvoorbeeld helikopter en parachute, dat is geweldig. En dat je als team de klus moet klaren, dat spreekt aan. Het is ook veel intenser dat het bedrijfsleven, je bent op leven en dood op elkaar aangewezen. Er is geen 9-tot-5-mentaliteit: als iemand ’s nachts om 2 uur een probleem heeft, staan er vijftien minuten later mensen op je stoep om te helpen. De gezamenlijke band die we hebben, is uniek.
Je krijgt een gedegen opleiding bij de Luchtmobiele Brigade, waar je je hele leven nog profijt van hebt. Verantwoordelijkheidsgevoel, plichtsbesef, je vak verstaan. Dat beseffen andere werkgevers ook. Iemand van de Luchtmobiele Brigade, die maakt zijn werk af, ook als het even tegenzit. Iemand iets leren, zoals een auto rijden, dat is makkelijk. Maar een mentaliteit, dat is veel lastiger. Daardoor heeft bijna iedereen meteen een baan als hij of zij de Luchtmobiele Brigade verlaat.’
Bent u zelf betrokken bij de werving van personeel?
‘Ja, dat vind ik belangrijk. De procedure duurde eerst behoorlijk lang. Sollicitanten wisten vaak niet hoe lang het zou duren tot ze wisten of ze een baan aangeboden kregen en waar ze dan geplaatst zouden gaan worden. Dat hebben we allemaal versneld en versimpeld. We houden ook onze eigen wervingsactiviteiten, dat gaat heel goed. De opleidingen zitten vol. Maar er zijn natuurlijk altijd nieuwe mensen welkom!’

Toen ik u twee jaar geleden sprak waren er zorgen over materieel, vooral de beschikbaarheid van helikopters. Hoe is dat nu?
‘Vorig jaar is er 1,5 miljard euro extra budget bijgekomen, dat is veel geld. Er komen helikopters bij, zowel Chinooks als Apaches. We hebben over de inzet hiervan niet te klagen. Dat beslis ik samen met de commandant van het helikoptercommando. We stemmen alles goed af: jaren vooruit weten we al welke oefeningen we gaan doen. We hebben nu veel budget, maar dat betekent niet dat je ook meteen spullen hebt. Er werken tienduizenden mensen bij Defensie, niemand kan ineens zoveel helmen leveren. Dat materiaal moet ook beproefd worden. Wat hebben we precies nodig om de man in het veld zo goed mogelijk te ondersteunen? En dan is er nog een hele procedure voor het aanbesteden van het werk; welk bedrijf gun je de opdracht? Dat kost ook tijd.’
Generaal, dank voor dit gesprek. Is er nog iets dat u met de lezers van de Militaire Courant wilt delen?
‘Ja, dit jaar staan we stil bij 75 jaar Market Garden. We willen de jeugd hierover informeren, dat doen we met scholen en gemeente in de regio. Het ware barre tijden, dat willen we zichtbaar maken. Wat hebben de soldaten destijds allemaal meegemaakt? Wat gebeurt er in zo’n vliegtuig en hoe voel je je als je aan een parachute hangt? Laten we stil staan bij de offers die destijds zijn gebracht. Mede dankzij hen leven wij hier nu in vrede. We hebben het nu heel goed in Nederland.’

Foto’s: Defensie/KPL1 Tim van Rijt
Dit interview verscheen eerder in de Militaire Courant editie juni 2019.
2 gedachten over “Rode baret: Elk moment, elke missie”