Een nieuwe kijk op de Amerikaanse burgeroorlog: Vechten voor het Beloofde Land toont de rol die Nederlanders speelden tijdens dit bloedige conflict. Auteur Wim van de Giesen heeft voor dit boek veel onderzoek verricht en belicht een onbekend aspect van de oorlog.
Door Michiel Boele van Hensbroek
Toen de Zuidelijke Staten van Amerika zich in 1861 afscheidden van de Noordelijke Staten, ontstonden twee ‘landen’ die tegen elkaar vochten, met slavernij als inzet van de strijd. De president van het noorden, Abraham Lincoln, won de oorlog in 1865 maar werd in datzelfde jaar vermoord. Hij wist wel het zuiden te verslaan en het Congres te bewegen de slavernij voor de hele Verenigde Staten af te schaffen.
Vechten voor het Beloofde Land behandelt de rol van Nederlandse soldaten in die verwoestende oorlog. In de negentiende eeuw trokken veel protestante dominees met hun aanhang naar de Verenigde Staten. Veel van deze gelovigen zouden in de oorlog meevechten. Het merendeel aan de kant van het Noorden, maar ook een klein deel aan de kant van het Zuiden. Zij zagen de VS als het beloofde land waar zij in vrijheid hun – vaak orthodoxe – variant van het protestantisme konden praktiseren.
Van de Giessen kiest voor een min of meer chronologische opbouw van zijn boek, al neemt hij in de inleiding wel erg grote stappen. Zo komen verschillende unieke eigenschappen van de Verenigde Staten, zoals wapenbezit, de unieke samenstelling van de bevolking en de verhouding tussen individu en overheid, nauwelijks aan bod, terwijl deze thema’s wel een belangrijke rol speelden tijdens en na de oorlog.
De verhalen van de verschillende Nederlanders zijn bloemrijk beschreven. Vaak begint Van de Giesen bij hun geboorte in Nederland om daarna in te zoomen op het verdere leven van de soldaat in kwestie. Waar de auteur meer moeite mee heeft, is om deze mooie persoonlijke geschiedenissen in het grotere geheel te plaatsen. Daardoor ontstaat vaak een disbalans tussen de grote geschiedenis van de oorlog en de individuele verhalen van de Nederlandse soldaten.
Daarnaast moet de lezer die niet bovenmatig in krijgsgeschiedenis is geïnteresseerd, hard werken bij het lezen van het boek. De opbouw van het leger komt niet aan bod, terwijl de auteur wel telkens de regimenten en andere eenheden noemt. Ook worden specifieke militaire termen niet uitgelegd. Het zou verder ook verhelderend zijn als bij de beschrijvingen van veldslagen een kaart zou worden bijgevoegd.
Ondanks dat de ‘grote’ en ‘kleine’ geschiedenis beter met elkaar in overeenstemming zouden kunnen worden gebracht, getuigt dit boek van zeer grondig onderzoek. De levens van al die soldaten zijn vanaf hun geboorte tot hun dood in Amerika onderzocht en mooi beschreven. Wat een werk heeft Wim van de Giesen verzet om dit boek tot stand te brengen. Het echte historische hand- en archiefwerk spat van de pagina’s. De auteur heeft dagen doorgebracht in stoffige archieven en op verlaten bergraafplaatsen. Het werk waar een historicus warm voor loopt!

Wim van de Giesen, Vechten voor het Beloofde Land. Nederlanders in de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865), Uitgeverij Walburg Pers, 192 pagina’s (€ 19,95)
Deze recensie verscheen eerder in de Militaire Courant, editie oktober 2018